Bron: umjanedoanhttp://flic.kr/p/KTKRL

Bron: umjanedoan

Terwijl ik bezig was met de basiscursus recht, bekeek ik regelmatig welke propedeusevakken nog op me wachtten en wat ze inhielden. Juridische vaardigheden leek me een geweldig vak, en daar verheugde ik me ook echt op. Omdat in de omschrijving stond dat werd aangeraden om eerst in ieder geval alle vakken die beginnen met ‘inleiding’ af te ronden, werd mijn geduld best op de proef gesteld. Uiteindelijk kwam dan toch dit vak aan bod.

Het einde van de propedeuse kwam in zicht en ik was druk bezig met het plannen van de rest van de bachelor. Er was weer een vak waar ik erg veel zin in had, maar daarvoor was de ingangseis dat je op 2 modulen na de propedeuse had afgerond én dat je van de bachelorfase de verplichte vakken van strafrecht, privaatrecht en staats- en bestuursrecht volgde of gevolgd had. Best nog een hele puzzel, maar afgelopen zomer ontdekte ik dat ik aan die eisen voldeed en ik schreef me in voor het vak Bachelor essay. ‘Een jurist moet met het oog op het oplossen van vaak ingewikkelde juridische kwesties in staat zijn om zelfstandig onderzoek te verrichten. Ook moet hij van de resultaten van dit onderzoek een helder verslag kunnen schrijven. In deze cursus leert u hoe u een dergelijk juridisch onderzoek het beste kunt aanpakken en hoe u van het onderzoek schriftelijk verslag moet doen.’ Volgens de introductie in het werkboek was het essay, dat het ‘tentamen’ is van dit vak, een soort mini-scriptie. Hoe meer ik las, hoe enthousiaster ik werd. Tot ik las dat het onderwerp niet vrij was, maar dat dat tijdens de eerste (verplichte) bijeenkomst bekend gemaakt werd. Dat viel tegen. Ik had zelf al een lijstje met interessante onderwerpen gemaakt toen ik las ik dat het onderwerp vastgesteld werd door de examinator. En die examinator hoorde, net als de begeleiders van dit vak, bij de sectie staats- en bestuursrecht. Het gebied waar ik het minst mee heb. De kans dat het onderwerp in dat gebied zou vallen was dus groot. Toch bleef ik stiekem hopen op strafrecht. Of letselschade. Vreemdelingen- en asielrecht. Desnoods rechtsgeschiedenis.

Gisteren was de eerste bijeenkomst en gelukkig maakte de begeleider al heel snel bekend wat het onderwerp van dit semester is: sport en recht. Dat was het. Binnen dat kader mag álles. Of je als uitgangspunt nou het strafrecht neemt, het bestuursrecht, belastingrecht, of wat dan ook, als het maar binnen dit kader valt is het goed. Mijn eerste reactie was ‘sport?! Ik heb helemaal niets met sport! Gelukkig is het ruim op te vatten…’ en toen realiseerde ik me dat ik wel degelijk iets met dit onderwerp kan. Disloquerende turnster, natraparrest… Letselschade! Helemaal in mijn straatje! Daarbij ben ik zelf ook sportinstructeur, al blijft dat heel bizar om te zeggen.

De volgende bijeenkomst is over vier weken. Voor die bijeenkomst moet ik een probleemstelling hebben, onderzoeksvragen en een onderzoeksplan. Dat wordt nog een hele uitdaging, want de ideeën tollen door mijn hoofd en daardoor weet ik gewoon even niet waar ik moet beginnen. Een maand is eigenlijk best kort! Hét idee komt vanzelf, daar ben ik van overtuigd. En als ik eenmaal heb geleerd -door dit vak- hoe dat moet, zo’n essay schrijven, dan houdt niemand me natuurlijk tegen om over die andere onderwerpen die ik heb bedacht óók te schrijven. Een keertje opduiken in Ars Aequi is best een aardig voornemen voor 2012.