In juli leek mijn studieplanning voor het laatste restje bachelor en master helder: in maart klaar met de bachelor en daarna meteen door met voorbereiding onderzoek en de scriptie. Zo had ik het ook meerdere keren aan de mastermentor voorgelegd en zo zou het gaan. “Tenzij de OU een nieuw konijn uit een hoge hoed trekt,” schreef ik nog, alhoewel ik echt geen idee had wat de OU nu nog voor konijnen achter de hand kon hebben.

Maar dat konijn kwam er, en een Vlaamse reus was er niets bij. Voor het vak ‘voorbereiding onderzoek’ bleken namelijk verplichte bijeenkomsten te zijn met vaste data. De eerste verplichte bijeenkomst vindt maar vier keer per jaar plaats. Vier keer! Dat is al te absurd voor woorden, maar deze informatie krijg je dus ook pas als je al bent ingeschreven voor het vak. Schrijf je half december in, dan kun je dus – zonder dat je dat vooraf weet – pas starten in máárt!
Gelukkig kwam ik er dankzij een behulpzame medestudent achter dat er vaste data gelden voor dit vak en kon ik mijn planning er nog op aanpassen. Dat wil zeggen, ik hoorde van verschillende kanten dat de paar weken die in het schema van de OU tussen bijeenkomst 1 en bijeenkomst 2 gerekend zijn, vaak niet voldoende zijn. Daarom kreeg ik het advies om de eerste bijeenkomst in december bij te wonen, als ik de tweede bijeenkomst in april wilde doen.

Maar!

Er waren echter een paar complicaties. Voor die bijeenkomst moest je je uiterlijk 24 november aanmelden. Aanmelden kon pas na inschrijving voor het vak en inschrijven voor het vak kon pas na toestemming van de mastermentor. Die toestemming kreeg ik niet, want ik moest eerst die twee laatste bachelorvakken nog afronden. Ik ontdekte dit alles op 18 oktober en voor de week van 9 november had ik al twee tentamens ingepland. Daar komt bij dat ik me voor de tentamens van die bachelorvakken uiterlijk twee weken voor de gewenste tentamendatum moest aanmelden. En aanmelden voor tentamens kan pas als je bent ingeschreven voor het vak.
Ik dacht dat ik gillend gek werd. Had de OU die data van voorbereiding onderzoek nou echt niet even op de website kunnen zetten?! Had de mastermentor me die data niet even kunnen doorgeven in een van die vele mails die afgelopen zomer over mijn planning heen en weer gingen? ARGH!
Het tentamen voor het psychologievak plande ik snel in voor 14 november, ná de reguliere tentamenweek. Dan had ik nog mooi 4 dagen om te herhalen en extra te stampen. Daarna schreef ik me snel in voor het laatste bachelorvak: rechtspersonenrecht. Een vak waarover ik niets anders had gehoord dan horrorverhalen. Drie dagen later was mijn inschrijving rond en meldde ik me aan voor een tentamen op 16 november. De boeken had ik op dat moment nog niet eens in huis. En waar ik in juli nog dacht dat ik vanaf september iets meer rust zou hebben, was er van dat rustige gevoel eind oktober niets meer over.

“Oude stijl-studenten zien de nieuwe master als een soort spook,” schijnt de mastermentor begin van dit jaar gezegd te hebben, “maar dat is nergens voor nodig!”
Nee, de nieuwe master – en alle ellende die met de overgang daarnaar werd uitgestort over oude stijl-studenten – is beslist geen spook. Het is f*cking Pennywise!

Het spook van de nieuwe master

Stoute schoenen

Op 9 november besloot ik brutaal te zijn en de examinator van ‘voorbereiding onderzoek’ te mailen. Dat ik in de zomer vaak had gemaild met de mentor, die mij niets over die data had verteld en dat die data ook niet vóór inschrijving bekend zijn. Dat ik graag in de zomer van 2016 klaar wil zijn met de master, dat ik dus voorbereiding onderzoek in april moet afronden en daarom dus in december de eerste bijeenkomst moest bijwonen. Ik schreef er ook bij dat er op de site bij toelatingseisen alleen stond dat je formeel moet zijn toegelaten tot de master, maar dat dat ook bij andere vakken stond waarvoor ik al was toegelaten, dus dat uitzonderingen op die regel blijkbaar mogelijk zijn en dat ik – als uitlopende masterstudent – volgens de examenregeling pas bij inschrijving voor de scriptie hoefde aan te tonen dat ik aan de vereisten voldeed om formeel tot de master te worden toegelaten. En dat ik dus, ondanks dat ik de bachelor nog niet volledig had afgerond, gewoon toegelaten zou moeten worden tot die eerste bijeenkomst.

De examinator mailde twee dagen later terug. Als ik in april de tweede bijeenkomst wilde bijwonen, dan kon ik ook de eerste bijeenkomst in maart bijwonen, en dan kon ik in augustus klaar zijn met m’n scriptie. Zij zag dus geen enkele reden waarom ik per se in december moest deelnemen aan de eerste bijeenkomst. “Temeer omdat voor deelname aan die eerste bijeenkomst vereist is dat u al weet welk onderwerp u in uw scriptie aan de orde wilt stellen en hoe de concept-onderzoeksvraag zou moeten luiden. Mijn ervaring is dat studenten behoorlijk wat tijd kwijt zijn aan het inlezen in een onderwerp alvorens ze redelijke concept-onderzoeksvraag kunnen formuleren. Ik vraag mij dus af of het zinvol is om u nu reeds toe te laten tot de cursus als het niet te verwachten is dat u binnen 4 weken het materiaal voor de cursus Voorbereiding Onderzoek heeft bestudeerd en tevens een concept-onderzoeksvraag heeft. ”

Bon. Het was prettig te weten dat maart/april ook een optie was, natuurlijk, maar de redenen om me op dat moment af te wijzen (dat ik een scriptieonderwerp moest hebben en dat het niet te verwachten was dat ik binnen vier weken het materiaal zou hebben bestudeerd) schoten me lichtelijk in het verkeerde keelgat. Mijn gemiddelde aantal studie-uren per module is 41. Een week later had ik neuropsychologie en psychofarmacologie binnengehaald (met 20 uur studie), net als rechtspersonenrecht (met 17 uur studie). En met dat aantal studie-uren in het achterhoofd met droge ogen beweren dat (inmiddels) drie weken niet voldoende tijd zou zijn, nah ah! Stierenpoep.

LLB

Ik was nog niet thuis na dat laatste tentamen of ik stuurde het verzoek om toestemming voor inschrijving voor voorbereiding onderzoek naar de mastermentor. Als reactie kreeg ik te horen dat m’n laatste cijfer nog niet verwerkt was (oh echt hè!) en dat ik nog geen toestemming kreeg. Een dag later zag ik het cijfer terug in m’n studiepad, dus ik stuurde het verzoek opnieuw. Mij heb je niet. Ik kreeg toestemming om in te schrijven, deed dat ook, en zodra die inschrijving rond was meldde ik me aan voor de eerste bijeenkomst. Het was 23 november, één dag voor de deadline. Booyah!

Zo had ik dus plotseling vier maanden eerder dan gepland m’n bachelor gehaald. Niet gek. En ik herinnerde me ineens wat de examinator in dat mailtje had geschreven: de tweede bijeenkomst die in het schema direct op de eerste volgt bijwonen, is haalbaar! Dat zou dan dus betekenen dat ik de tweede bijeenkomst in januari kan doen en dat zou dan weer betekenen dat ik drie maanden eerder klaar kan zijn met de master. Niet augustus, maar mei!

Ook nu is er van dat ‘rustige planning’-idee dat ik had dus niet veel meer over. Want, zo moest de mastermentor mij per se nog even flink inwrijven, om in te schrijven voor de scriptie moet voorbereiding onderzoek voldoende zijn én moet ik zes modulen van de master hebben afgerond. En ik had er pas drie, na na na na na! (Ok, dat ‘na na na na na’ zei ze niet, maar toch. Had makkelijk gekund.)

Nog zes maanden

Mijn planning heb ik dus wéér aangepast. Eind januari wil ik de tweede bijeenkomst van voorbereiding onderzoek doen en daarvoor moet ik me uiterlijk 7 januari aanmelden. Om me te kunnen aanmelden heb ik een onderzoeksplan nodig dat is goedgekeurd door m’n begeleider (gelukkig is die tof en denk ik dat we er wel uitkomen).
Intussen moet ik ook braaf wekelijks de opdrachten van sanctierecht maken en insturen (hiep hiep hoera voor de master nieuwe stijl) en moet ik voor dat vak over een maandje een annotatie inleveren. Leuk vak + leuke docent + schrijfgraag = niet te veel zorgen (behalve dan over het aspect ‘tijd’).
Daarnaast moet ik óf bezwaar maken tegen de uitslag van internationaal strafrecht óf het tentamen opnieuw doen (en in dat laatste geval ook halen, anders kan ik pas weer herkansen in augustus, de horror!!).
Verder moet ik faillissementsrecht doen (dat tentamen stelde ik uit in november vanwege die twee bachelortentamens die tussendoor piepten), dat kan ik eventueel herkansen in april.
In februari kan ik dan mooi de opdrachten van Methodologie van het privaatrecht erdoorheen jassen, en zodra de cijfers van de februarironde bekend zijn (dat zijn eigenlijk alle vakken dus, behalve voorbereiding onderzoek en scriptie) kan ik me officieel inschrijven voor de scriptie. Beetje doorschrijven en voilà: meester in de rechten.

De nieuwe master was bedoeld om studenten sneller te laten afstuderen en op een bepaalde manier is dat voor mij dan wel waar. Maar ik had toch graag de master willen doen op een andere wijze dan als opgejaagd wild. En al die ellende en narigheid eromheen (die eigenlijk al begon in februari 2014) had ik ook kunnen missen als kiespijn. Ik ben bijna in staat om in het voorwoord van mijn scriptie te vermelden dat die tot stand is gekomen ondanks de OU.

Ok, eerlijk is eerlijk, zonder de OU had ik nu geen academische graad en lag ‘master of laws’ ook niet binnen handbereik, maar toch. Het staartje van m’n studie, de kers op de taart had ik me al die jaren toch heel anders voorgesteld. Je zou toch zeggen dat alle konijnen nú toch wel echt op zijn…?
Josanne in her own write