Als klein meisje groeide ik op met een oma en een overgrootmoeder en dat vond ik de normaalste zaak van de wereld. Ik keek er juist vreemd van op als een klasgenootje vertelde zelfs geen opa of oma te hebben. Hoe dan? Die hoorden er toch gewoon bij? En doodgaan, ja, natuurlijk, maar dan toch wel pas als ze heel en heel oud waren?

Zonder er echt bij stil te staan, ging ik er dus gewoon van uit dat dat voor mijn kinderen ook zou gelden. Ook zij zouden gewoon opgroeien met een oma én een overgrootmoeder. Volgende maand is het twintig jaar geleden dat mijn overgrootmoeder overleed. Ik was bijna achttien, zij zou een maand daarna 88 geworden zijn. Mijn moeder was 42 en ik vond al die leeftijden een geruststelling. Want het zou dus nog minstens 24 jaar duren voordat mijn oma zou overlijden. Zij zou er gewoon bij zijn als ik trouwde, ze zou mijn kindjes leren kennen en tegen de tijd dat mijn kinderen volwassen zouden zijn, nou ja, dan was mijn lieve omaatje in de negentig. Het zou alsnog te vroeg zijn, maar tegen die tijd zou ik me daar wel bij neer kunnen leggen.

Maar mijn oma werd geen overgrootmoeder. Ze was er niet bij toen ik trouwde en mijn kinderen hadden geen extra oma. Er zat acht jaar tussen het overlijden van mijn overgrootmoeder en mijn oma, en die leeftijden stelden mij allerminst gerust. Ik was 25. Mijn moeder 50. Mijn oma 75. Ik vond het niet alleen ontzettend oneerlijk, maar ook wel een beetje eng. Stel je verdorie voor dat die trend met die acht jaar zou blijven! Ik moest er werkelijk niet aan denken!

Gelukkig was dat ook niet zo. Ik werd moeder, mijn moeder oma en ik denk dat mijn kinderen zich geen betere oma hadden kunnen wensen. Maar zo in de maanden april (waarin mijn oma overleed) en mei (waarin mijn overgrootmoeder overleed) lijkt het wel alsof ik me ieder jaar meer realiseer dat we allemaal ouder worden. Dat ik – volgens mijn achttienjarige ik – op dit moment nog maar vier jaar met mijn oma zou hebben gehad. En dat ik nu dus – volgens mijn 25-jarige ik – nog maar twaalf jaar met mijn moeder zou hebben. Het lijkt wel alsof die gedachtes ieder jaar harder binnenkomen. Zich ieder jaar sterker opdringen. En ik ze ieder jaar moeilijker los kan laten. Alhoewel ik ook echt wel weet dat dat vooruitkijken weinig zinvol is. En op momenten dat ik dát even lijk te vergeten, is er altijd nog dat nummer van Purper dat mijn oma koos voor haar uitvaart.

Je moet zeilen op de wind van vandaag
De wind van gisteren helpt je niet vooruit
De wind van morgen blijft misschien wel uit
Je moet zeilen op de wind van vandaag.