Door mijn aankoop in de Apple Store afgelopen zaterdag, realiseerde ik me dat het vandaag tien jaar geleden is dat ik mijn allereerste Mac kocht. Tien jaar alweer!

De computer met dat appeltje erop had al veel langer mijn aandacht. Eind jaren ’90 al, toen de eerste iMacs verschenen. Die computers die alleen scherm waren en in allerlei kekke kleurtjes te koop waren. Die vond ik dus echt zoooo mooooi! Ik was van plan om hard te gaan sparen, maar mijn toenmalige vriendje vond dat een stom plan: je had niets aan een computer van Apple. Je kon er niets mee en bestanden die je daarmee maakte, kon je niet openen met Windows. Weggegooid geld dus. Ik vond het ontzettend jammer, maar ik kende ook niemand met een Mac aan wie ik kon vragen of dat klopte. En de gok nemen… Daar was het bedrag toch net iets te hoog voor.

Een paar jaar later woonde ik in een studentenhuis. Mijn huisgenootje moest een nieuwe computer hebben en zij kwam thuis met een vrolijk oranjegekleurde iBook. Oooooh, wat was ik jaloers!! Wat een waanzinnig mooie laptop was dat! Die wilde ik ook wel, maar ja, wat had je er aan? Ik vroeg het na bij mijn huisgenootje en zij was lyrisch over haar aankoop. “Hoezo je hebt er niets aan? Je kunt gewoon bestanden op zo’n manier opslaan dat je ze kunt openen met Windows hoor.” Ja, ik wilde een Mac. Maar die prijs…

Ik hield dus stug vol met mijn laptopje met Windows erop. Een harde schijf van wel 4GB. Daar kon ik even mee vooruit. Totdat het scherm kapot ging en ik de gordijnen dicht moest doen en een paar paraplu’s over m’n scherm moest zetten om nog iets te kunnen zien. Belachelijk natuurlijk. Ik moest een nieuwe computer en kocht toch weer een Windowsbak. Tsja, de prijs hè. En helemaal overtuigd was ik nog niet.

Een dik jaar later – de gedachte aan Macs was compleet naar de achtergrond verdwenen – zag ik voor het eerst de film ‘Legally Blonde’. Elle Woods ging een computer kopen en kocht een iBook. Alle onderdrukte gevoelens kwamen weer naar boven. Die. Moest. Ik. Hebben! Ik herinnerde me dat die iBooks van Apple waren, dus ik ging als een malle naar de website van Apple en bekeek de laptops. Witte en zwarte. Hm. Waar waren die vrolijke kleurtjes gebleven? En ach, ik was student. De prijzen. Auwtsj.

Twee jaar later trok ik in bij de man met wie ik zou gaan trouwen. Hij was stomverbaasd toen hij mijn computer zag: “Windows?! Ik had écht verwacht dat jij een Mac zou gebruiken!” Oude wonden werden opengereten, diep verborgen verlangens tot leven gewekt. Ik troostte mezelf met de opmerking dat je “met een Mac tóch niets kon”, maar volgens Ian was dat totáál niet waar. Dus toen nog eens een jaar later mijn inmiddels vier jaar oude computer in een terminale levensfase was beland, maakte ik samen met Ian een lijstje. Wat wilde ik kunnen doen met mijn computer? Welke programma’s had ik daarvoor nodig? We maakten een Windowsversie en een Macversie van dat lijstje, compleet met prijzen. En toen bleek dat het verschil tussen die twee eigenlijk helemaal niet zo groot was. We keken filmpjes op de Applesite, we volgden de Keynotes van Apple en we gingen naar iFactors in Rotterdam om de producten in het echt te bekijken. We vergeleken alles en ik hakte de knoop door: mijn nieuwe computer werd een Mac.

Zo kwam het dat ik op vrijdag 16 november 2017, een dag voor m’n eerste trouwdag, met man en vijf maanden oude baby naar het centrum van Rotterdam ging. Ik kocht een iMac en Ian tilde de opzichtige verpakking naar huis terwijl ik de kinderwagen duwde. “Als je even wilt stilstaan,” zei hij plotseling, “dan moeten we dat hier doen.” Ik keek verbaasd om me heen. We stonden voor het politiebureau.
Thuisgekomen stopten we de baby in bed, we aten even snel een patatje en terwijl we Domino Day keken, zette ik voor het eerst mijn eigen Mac aan. Tien minuten later wist ik dat ik nooit meer iets anders wilde. Hartjes voor Mac. Al tien jaar dus. Bizar.