De ambitie om een marathon te lopen heb ik nooit gehad. Ben je gek zeg. Dat ik überhaupt begon met hardlopen mag al de geschiedenisboeken in omdat het zo ongeloofwaardig is dat als ik er niet zelf bij was geweest, ik het nooit geloofd zou hebben. Op het moment dat ik mijn eerste hardlooprondje maakte en na twee minuten rennen al met m’n tong over het asfalt sleepte, was mijn ultieme doel 6,4 km kunnen rennen. Zo ver was de Dam tot Damloop waarvoor ik me in een vlaag van verstandsverbijstering had aangemeld en die afstand was meer dan genoeg.

Tijdens die eerste trainingen kon ik me niet voorstellen dat er een dag zou komen dat ik 5 kilometer aan een stuk zou kunnen rennen en er was één paaltje in het wijkpark dat een soort van symbolisch werd. Hoe meer trainingen ik gehad had, hoe dichterbij dat paaltje steeds kwam voordat ik van Evy mijn eerste wandelpauze mocht houden. Het moment dat ik voor het eerst dat paaltje voorbij rende voordat Evy zei dat ik mocht wandelen, kan ik me herinneren als de dag van gisteren. Alsof ik een marathon had gelopen, zo trots was ik.

Onverwacht kwam het moment dan toch. Die vijf lange, lange kilometers waar ik het zo zwaar mee had gehad en waarvan ik me niet kon voorstellen ze ooit te kunnen rennen, werd ‘een kort rondje’. Maar alhoewel mijn nieuwe doel ‘naar mijn ouders rennen’ werd – 8 kilometer – en alle hardlopers die ik op social media volgde predikten dat hardlopen verslavend was en je steeds meer zou willen, had ik toch nog altijd niet de ambitie om voor de lol 42 kilometer te gaan rennen. Doe normaal. De helft hoefde van mij al niet eens. Nee, 8 kilometer was meer dan genoeg. Of misschien 10, vooruit, maar toch. Meer toch echt niet.

Wat er gebeurde toen ik eenmaal die 10 kilometer haalde, is bekend: in een overwinningsroes besloot ik dat het een goed idee was me in te schrijven voor de halve marathon. Hoe dat afliep is ook geen nieuwe informatie: ik ben daar nog steeds van aan het bijkomen.

Dus toen mensen vorig jaar tegen me riepen: “Volgend jaar de hele!” lachte ik ze vierkant uit. Doe. Normaal. No effing way! “Zelfs de halve niet meer,” riep ik dan terug, “want nu weet ik wat voor pesteind het is!” Dat ik de afgelopen twee weken mezelf toch stiekem betrapte op de gedachte dat ik in 2019 misschien toch nog wel een keertje de halve van Leiden zou gaan lopen – maar nu voorbereid! – verbaasde mij dus nog wel het meest van iedereen. Vooruit, misschien toch nog een keertje de halve, maar een hele marathon: NEVER NOOIT NIET!

Afgelopen week solliciteerde ik op een heel leuke functie (duimen mag!) en juist dat bedrijf deelde vandaag een link op social media dat ze in 2019 een marathonreis organiseren naar New York. En ik, die nooit enige ambitie heeft gehad om de marathon in New York te lopen – of sowieso welke marathon dan ook – nam me spontaan voor: “Als ik die baan krijg, doe ik mee!”

Dus nou ja. Dat.