Alhoewel ik het tentamen van de basiscursus recht nog niet gehaald had, zo begin 2008, keek ik wel al naar de vakken die me nog te wachten stonden. De basiscursus was best taai, maar toch wist ik zeker dat deze studie en ik bij elkaar pasten. Tijdens bijeenkomsten, tentamendagen en via studienet hoorde ik de horrorverhalen over bepaalde vakken en ik vroeg me geregeld af of ik het wel zou redden allemaal. Overeenkomstenrecht klonk verdraaid ingewikkeld en ik kon me niet voorstellen dat bestuursrecht echt leuk zou zijn. Wat nou eigenlijk het verschil was tussen de vakken materieel strafrecht en formeel strafrecht wist ik ook niet. Gelukkig moest ik na de basiscursus toch nog alle inleidingen. Ik zag wel hoe ver ik zou komen. En dan misschien, ooit, op een dag, zou ik naar Heerlen afreizen…

Het laatste vak van de bachelor is het integratiepracticum. En terwijl ik nog bezig was met de basiscursus, las ik op de site van de OU wat dat laatste vak allemaal inhield. De laatste alinea ging over de slotbijeenkomst.

Deel 4 is de slotbijeenkomst waar u op basis van een door u uitgewerkte pleitnotitie een pleidooi ten gehore moet brengen en uw wederpartij van repliek of dupliek moet dienen. Uw mondelinge presentatie is van invloed op uw eindcijfer. De openbare slotbijeenkomst vindt plaats in Heerlen en vormt de afsluiting van dit practicum en van uw bachelorstudie.

De eerste tussenstop was wat mij betreft het halen van het allereerste vak, de basiscursus. De volgende tussenstop was de propedeuse en dan de laatste tussenstop was Heerlen. Heerlen (en daarmee het halen van de bachelor) zou m’n laatste tussenstop zijn voor de master.
Ik belde m’n moeder en vroeg of ze mee zou gaan naar Heerlen, ‘tegen die tijd’. Mijn moeder schoot in de lach en zei dat ik eerst de basiscursus maar eens moest halen.

Na de basiscursus sleepte ik meer en meer vakken binnen en ineens had ik m’n propedeuse. Intussen had ik ook al wat post-p-vakken gehaald en daarmee kwam ook Heerlen dichterbij. Ik vroeg nog eens aan m’n moeder of ze mee zou gaan naar Heerlen. Dit keer antwoordde ze dat ze mee zou gaan. Zij had er inmiddels alle vertrouwen in.

Zo af en toe had ik een studiedip, de afgelopen jaren. Tijdens zo’n dip riep ik regelmatig dat ik ‘toch nooit naar Heerlen zou gaan’, waarbij ‘naar Heerlen gaan’ inmiddels natuurlijk stond voor ‘m’n bachelor halen’. Maar ik ploeterde door en ik kreeg eind 2013 zowaar toestemming om me in te schrijven voor het integratiepracticum.

De eerste ronde van het integratiepracticum ging niet zo lekker. De strafrechtcasus was gelukt, de privaatrechtcasus zou ik met een herkansing best kunnen halen, ware het niet dat je maar één onvoldoende mag hebben en bestuursrecht, op z’n zachtst gezegd, niet heel lekker was gegaan. Einde integratiepracticum dus en daarmee eigenlijk ook een beetje de zin om te studeren. Dít ging ik nooit redden…

In augustus kreeg ik de casus voor de septemberronde van het integratiepracticum. Ik zou strijdend ten onder gaan dus ik ging er vol voor, al had ik wel een beetje de bibbers. Nadat ik de drie uitwerkingen had verstuurd, had ik het gevoel dat strafrecht en privaatrecht wel gelukt waren, en vreesde ik een herkansing voor bestuursrecht. ‘Maar!’ Riep zo’n irritant stemmetje ergens achterin m’n hoofd, ‘De vorige keer dacht je óók dat straf en privaat wel gelukt waren…’
Op 10 november kreeg ik de uitslag van het schriftelijk deel: drie voldoendes. Ik belde m’n moeder: ‘We gaan naar Heerlen!!’

Zo kwam ik dus afgelopen vrijdag in Heerlen terecht. Zag ik eindelijk waar ik nu eigenlijk al die jaren studeer. Wachtte ik de hele dag tot ik eindelijk aan de beurt was (minpuntje van een achternaam die begint met een W). Bepleitte ik dat Lionel helemaal niets hoefde te betalen aan De Boshaven voor de onterechte berging en sloop van zijn jacht. Sloot ik het integratiepracticum af met eindcijfer 7. Sleepte ik 8,6 studiepunten binnen. En voordat ik het wist, was ik weer thuis.

En nu dan? Nou. Nu niks. Ik ben nog geen LLB, want ik heb nog een aantal tentamens te gaan. Want, zoals een van mijn docenten het afgelopen december verwoordde, ik volg ‘een nogal avontuurlijk studiepad’. Is dat erg? Welnee. Het geeft precies weer hoe ik uiteindelijk bij rechten terecht ben gekomen. Zo ben ik.

Josanne in her own write