Het is inmiddels 2,5 maand geleden dat ik schreef “Volgende verse tekst hier over een maandje waarschijnlijk. Uiteraard in vloeiend Italiaans”. Ja. En de tekst die ik nu schrijf is ook overduidelijk Nederlands en niet één of ander nog onbekend Italiaans dialect. Ik denk dat ik veilig kan beweren dat dit experiment niet echt de gehoopte uitkomst heeft. De verwachte uitkomst, dat dan weer wel.
Begin maart had ik mijn eerste Italiaanse les met een tutor en zette ik mijn eerste echte stappen in het Italiaans. Ik heb gekozen voor een tutor die ook examinator is bij de taalexamens (als je het doet, moet je het ook gelijk goed doen, nietwaar) en hij stuurde me het materiaal toe waarmee we aan de slag gingen. Eerst de basis en ik vind het eigenlijk best opvallend dat voor alle vreemde talen de basis steeds hetzelfde is: zeggen hoe je heet, hoe oud je bent, of je broers en zussen hebt, wat je voor werk doet, uit welk land je komt en welke taal of talen je spreekt. Waarom is dit altijd de basis? Hoe vaak heb je dit nou nodig als je een vreemde taal spreekt? Maar goed, altijd nog beter dan beginnen met woorden als ‘strijkplank’ en ‘strijkijzer’ denk ik dan maar.
Twee weken later had ik mijn tweede les. Heel veel tijd om tussendoor actief met Italiaans bezig te zijn heb ik niet, en dat is voor nu ook gewoon helemaal ok, maar ik had wel een heleboel vragen. Hoezo zijn er twee mannelijke lidwoorden? Hoe weet je het verschil? Waarom heeft ‘het bot’ twee verschillende meervouden? En nog zo’n hele rij. Want even, die twee mannelijke lidwoorden lijkt mij een logischer begin dan kunnen zeggen dat ik uit Nederland kom.
Mijn tutor keek even heel serieus de camera in en zei dat we, om die vragen te kunnen beantwoorden, een ander boek nodig hadden. Zijn uitleg in combinatie met de informatie in dat boek gaf antwoord op mijn vragen, maar leverde ook een hele lijst nieuwe vragen op. Hij zuchtte, opende een derde boek en beantwoordde die vragen. De oefeningen die ik voor de volgende les moest doornemen plukte hij kriskras uit de drie verschillende boeken. Hij vroeg of ik altijd de methode van m’n tutoren in twijfel trok. Ik zei dat m’n tutoren van m’n andere talen inmiddels een lotgenotencontactclubje begonnen zijn. De toon was gezet.
Sindsdien heb ik iedere twee weken een les gehad en alhoewel ik inmiddels steeds meer begrijp van wat ik lees, is het zelf zinnen maken nog een uitdaging. Het gebruik van de juiste werkwoordsvormen is dat eigenlijk al en dan heb ik alleen nog maar de tegenwoordige tijd van een aantal regelmatige werkwoorden geleerd. Het grappige is wel dat ik steeds vaker zonder nadenken Spaanse zinnen maak, wat aangeeft dat m’n Spaans in ieder geval een stuk beter is dan ik dacht. Waardoor ik dan weer meer zelfvertrouwen in het Spaans kreeg en inmiddels bijna de helft van m’n lessen Spaans ook echt volledig in het Spaans doe.
Alhoewel ik minder tijd aan Italiaans kan besteden dan ik zou willen, vind ik het wel ontzettend leuk om de overeenkomsten en verschillen tussen die taal en het Frans en Spaans te zien. Ik bedoel, ‘nodig hebben’ in het Frans is ‘avoir besoin de’ en in het Italiaans ‘avere bisogno di’. Ja, dat vind ik interessant. Vooral omdat in het Spaans ‘necesitar’ de lading dekt. Het is ook niet zonder reden dat ik het vak Romaanse taalkunde op de uni (na de grammaticacolleges, ik blijf een nerd) het leukst vind.
Hoe dan ook, ik denk dat mijn Italiaanse experiment hiermee wel afgesloten is. Drie maanden dagelijks luisteren voordat ik actief ging leren heeft me niet de voorsprong gegeven die het idee achter dit experiment was. Het was daarentegen wel ontzettend leuk om deze hypothese te testen.
En wat het me zeker heeft opgeleverd is het besef dat zo veel mogelijk luisteren naar podcasts echt wel een positief effect heeft op het leren van een taal. Sinds ik begon met dagelijks Italiaans luisteren, heb ik ook geprobeerd om die gewoonte in te voeren voor m’n andere talen. M’n Franse spreek- en luistervaardigheid is ineens heel hard vooruit gegaan (meer dan in het eerste semester van m’n studie) en mijn Duits heeft inmiddels ernstig te lijden onder mijn Zwitsers.
Eerst drie maanden alleen luisteren naar een vreemde taal en pas daarna actief gaan leren zou ik niet aanraden als methode, maar direct vanaf het begin ook naar podcasts luisteren in die vreemde taal – ook al snap je er nog geen moer van – absoluut wel. Dat is zonder twijfel de methode die ik ga toepassen bij mijn volgende vreemde taal. Alhoewel ik nog geen podcasts gevonden heb in het Reto-Romaans. Dat is dus nog wel even een dingetje.
0 Comments