Een productieve studiesessie staat of valt met de planning. Nachten doorhalen omdat de stof toch iets meer was dan voorzien. Een deadline die toch dichterbij blijkt dan gedacht. Een studieavond gepland hebben, maar net als je wilt beginnen belt je moeder dat ze onderweg is om je op te halen voor het 50-jarige huwelijksfeestje van je tante Greet. Funest voor je humeur, je stresslevel én je studie!

Deze situaties moet je dus vermijden. Nee, ja, ik zeg niet dat je je tante Greet in de kou moet laten staan, natuurlijk moet je naar haar feestje! Je moet er alleen voor zorgen dat je er niet door overvallen wordt, maar al weken weet dat dit feestje eraan komt – en er dus rekening mee houden in je planning. Maar hoe maak je dan zo’n grip-op-alles-top-of-the-world-planning? Daar kan ik alleen maar het standaardantwoord van juristen op geven: dat hangt ervan af.

Sommige mensen zweren bij pen en papier. Aantekeningen maken? Met de hand. Mindmap maken? Met de hand. Agenda? Op papier. Andere mensen moeten juist weer niet denken aan alles op papier doen en gaan digitaal – all the way. Terwijl nog weer andere mensen heel gelukkig worden van een combinatie van de twee. Waar je je planning maakt, is dus vooral persoonlijke voorkeur. Net als de ‘tools’ die je ervoor gebruikt; welk merk agenda, welke digitale kalender(aanbieder), welke app(s), welke pen… Dé favoriet is voor iedereen anders.

Van groot naar klein

Wat niet voor iedereen anders is, is hoe je je planning maakt. Begin groot en hak het grote geheel vervolgens in steeds kleine stukjes. Ben je bijvoorbeeld student, dan maak je in de zomer je planning voor het komende studiejaar. De meeste universiteiten hebben een academische jaarkalender op de website staan, neem die over in je planning. Start semesters, tentamenperiodes, collegevrije weken en waarschijnlijk heb je alle feestdagen daarmee ook gelijk te pakken. Zijn er al andere gebeurtenissen waarvan je precies weet wanneer ze gaan plaatsvinden? Zijn er al deadlines bekend? Verjaardagen? Trouwfeesten? Schrijf ze direct op.

Hak vervolgens het jaar in vieren. Trimesters, kwartielen, blokken, kwartalen, welke naam je er ook aan geeft, je maakt een overzicht per drie maanden. Je hoeft je ineens niet meer druk te maken om 60 studiepunten, het gaat nog maar om 4x 15 studiepunten, waarbij je focus natuurlijk ligt op die eerste 15.

Zo’n kwartaal laat zich dan ook weer prima in maanden hakken. Een deadline halverwege maand 3 waar je 2 weken daarvoor de informatie voor krijgt, daar hoef je je in maand 1 dus nog niet druk om te maken. De deadline die staat voor week 3 verdient daarentegen wél direct je aandacht. Ook werkroosters zijn over het algemeen een maand vooruit bekend; schrijf je werktijden op, ook als je ze volledig uit je hoofd kent.

Nu je weet wat je in welke maand kunt verwachten, kun je je voorbereidingen gaan verdelen over de weken. Wanneer zijn je colleges? Wanneer werk je? Feestjes? Hou ook rekening met je reistijd en pauzes, en niet onbelangrijk: wanneer slaap je?
Je ziet dan vanzelf welke tijdsblokken je kunt besteden aan je studie en dankzij je maand- en kwartaalplanning weet je ook wat je in welke week moet doen. Die taken verdeel je over je studieblokken, waardoor je iedere dag precies weet wat je te doen staat.

Gebeurt er toch nog iets onverwachts? Verwerk het gelijk in je planning. Omdat die al staat als een huis, hoef je alleen een beetje bij te sturen en niet compleet het roer om te gooien. You’ve got this!