Inmiddels is het alweer drie jaar geleden dat ik mijn tanden in het vak rechtsgeschiedenis 2 zette. Hét onderwerp van dat vak was het Romeinse recht en ik vond het machtig interessant. Al vrij snel nadat ik begonnen was met mijn rechtenstudie, kwam dit keuzevak op mijn wishlist terecht. Ik moest wachten tot ik aan de master toe was om dit vak te kunnen doen, maar toen het eenmaal zo ver was, voelde dit vak een beetje als een cadeautje.

Een van de interessantste onderwerpen van dat vak was de slaaf. Slaven waren destijds volgens het natuurrecht dan wel geboren als vrije mensen, volgens het stellige recht waren slaven geen personen, maar dingen. En op dingen kun je het recht van eigendom, vruchtgebruik en pand hebben, wat natuurlijk – vooral in de ogen van de 21e eeuwse mens – bizarre situaties tot gevolg had, die destijds volstrekt normaal waren.

Een door Romeinen gevangen vreemdeling was een slaaf, en dat was goed omdat die gevangen vreemdeling in het andere geval gedood zou worden. Ook een Romein die door een vreemde mogendheid krijgsgevangene was, was naar Romeins recht een slaaf en je kon in slavernij terechtkomen als je daartoe was veroordeeld in een ‘wettelijke actie’; de veroordeelde werd als slaaf verkocht. En natuurlijk was ieder die uit een slavin geboren werd een slaaf, maar dat kind werd niet als een vrucht beschouwd (zoals het jong van een dier), want dat zou absurd zijn, vonden ze toen al. Ja. Dát zou absurd zijn.

Fast forward naar afgelopen zaterdag, naar een lezing over het gemengde Engels-Nederlandse Hof ter bestrijding van de slavenhandel in Paramaribo, waar bleek dat er in de 19e eeuw nog niet heel veel veranderd was ten opzichte van de Romeinse tijd. Op zich niet zo gek, want als er geen recht voorhanden was dat een probleem met een slaaf kon oplossen, werd teruggegrepen naar het Romeinse recht.

Slaven, alhoewel nu geen krijgsgevangenen meer maar geïmporteerd uit Afrika, waren nog altijd dingen die je in eigendom kon hebben. Je kon dus een recht van hypotheek vestigen op een slaaf. Ook in de 19e eeuw mocht je het eigendom van een ander niet kapotmaken – ook de overheid niet. Dus stichtte een slaaf brand en werd hij veroordeeld tot de doodstraf, dan ging het hypotheekrecht teniet en moest de overheid een schadevergoeding betalen aan de eigenaar van de slaaf. What the F, nietwaar?

Het Hof was in 1818 ingesteld om slavenhandel tegen te gaan, maar heeft in al die tijd slechts 1 slavenschip berecht. “De wet zegt dat er slaven aan boord moeten zijn, wil het schip als slavenschip berecht kunnen worden. Slaven is meervoud, op dit schip is één slaaf aangetroffen. Er is dan ook geen sprake van een slavenschip.” Man oh man. En dan zijn er nog steeds mensen die rechten saai noemen.
Een beetje creativiteit bij het interpreteren van het recht kan ik wel waarderen, maar je kunt het ook overdrijven. Na de afschaffing van de slavernij in 1863 roepen dat er op een bepaalde locatie geen slavernij bestond omdat het nergens terug te vinden was in de wet, gaat ook wel weer wat ver.

Wat me zaterdag het meeste verbaasde – en nog steeds trouwens – is het gemak waarmee het allemaal werd geregeld en hoe normaal iedereen het allemaal maar leek te vinden. Bizar. Meer dan genoeg stof tot nadenken in ieder geval.

En? Hoe was jouw zaterdagochtend?