Plotseling is het december en ik vraag me echt af waar november gebleven is. Ik heb het gevoel dat ik pas gisteren de eerste paar woorden schreef voor NaNoWriMo en plotseling zijn we dertig dagen en 51.015 woorden verder. Ongelooflijk!
De eerste week ging wel vlot. Ik had me voorgenomen om in ieder geval over mijn 3000 woorden van 2011 heen te gaan en dat lukte me al na een dag of drie. Mijn volgende doel was de 10.000 halen, zodat ik ook mijn totale woordaantal van 2010 voorbij zou gaan. Na de eerste week was ook dat doel bereikt, dus ik wilde minimaal 15.000 gaan halen.
De tweede week van NaNo staat bekend als de ‘helweek’. Het enthousiasme van de eerste week is voorbij en het einde is nog lang niet in zicht. Ik deed dat steeds af als onzin, maar ook mijn tweede week ging veel minder soepel dan de eerste. Ik had echt moeite om mijn dagelijkse 1667 woorden te halen, zat er echt aan te trekken soms en er waren momenten dat ik mijn -PING- alleen hoorde doordat ik een miljoenmiljard bijvoeglijke naamwoorden gebruikte.
De derde week was ik plotseling over de helft. 25.000 woorden op de teller, dus zonde om nog te stoppen. Ook kwamen de ideeën toen weer over hoe het verhaal eigenlijk verder moest gaan. Na 30.000 woorden besloot ik dat het hele verhaal beter zou werken als het in de ik-vorm geschreven werd in plaats van in de derde persoon enkelvoud. Herschrijven mag niet in november, dus vanaf dat punt ben ik maar wel vanuit de eerste persoon verder gegaan.
En toen begon de derde week. Struikelen voor de finish, dat ging mij echt niet gebeuren en ik bedacht ineens een plottwist die me heel wat nieuwe scènes liet schrijven en zo hoefde ik na 28 november nog maar 800 woorden om NaNo te winnen. Op vrijdag kwam het er niet van om te schrijven, dus het kwam aan op de laatste dag. De eerste 500 woorden gingen stroef en wilden voor geen meter, maar ineens leken de teksten zich vanzelf te schrijven en toen hoorde ik de laatste -PING- van NaNo 2013.
Wat ik deze maand leerde:
- ik hoef helemaal niet te kiezen of ik jurist wil zijn of schrijver, allebei kan ook prima
- alhoewel ik ik-boeken niet prettig vind om te lezen, werkt mijn verhaal beter als ik het in deze vorm schrijf
- doktersroman/Bouquetreeks/chicklit schrijf ik blijkbaar makkelijker en beter dan misdaadverhalen (zoals mijn pogingen in 2010 en 2011)
- ik moet tijd blijven vrijmaken voor creatief schrijven, want het is gewoon ontzettend leuk
- niemand kan mij wijsmaken dat ik geen doorzetter ben
- 50.000 woorden schrijven, smaakt naar meer
En dan was ik in november ook nog zeven jaar getrouwd, deed ik tentamen rechtsbescherming tegen de overheid, ging ik naar de landelijke studentendag van de rechtenfaculteit van de OU en hoorde ik dat ik volgend semester mag gaan afstuderen. Ja, het was een heel bijzondere maand.
”Ik hoef helemaal niet te kiezen of ik jurist wil zijn of schrijver, allebei kan ook prima.” Een heel fijne conclusie 😉