Na de Basiscursus Recht maakte ik me niet al te veel zorgen over de planning van de rest van m’n studie. Nog zoveel vakken te doen. Nog zoveel jaar te gaan. Als volgende vakken koos ik dus gewoon vakken die me leuk leken; Inleiding strafrecht en Rechtsgeschiedenis 1. Daarna koos ik voor twee vakken met een vaste tentamendatum; Inleiding staatsrecht en Inleiding bestuursrecht. Ondertussen begon ik een beetje voorbij de propedeuse te kijken. Welke vakken stonden me te wachten, welke volgorde raadde de OU aan en voor welke vakken was het noodzakelijk dat je eerst andere vakken had afgerond?
In de studiegids van de OU staat een studieschema. Eentje voor bij begin in het septembersemester en eentje voor begin in het februarisemester. Ik was begonnen in mei, dus ik viel er precies tussenin en besloot me aan het septembersemester te houden. Dat voelt na al die jaren school nog steeds als het ‘echte’ begin van een nieuw studiejaar.
Toen zag ik dat de jaren bij de OU waren opgedeeld in themajaren; een strafrechtjaar, een privaatrechtjaar en een staats- en bestuursrechtjaar. De bijbehorende vakken worden niet ieder jaar in dezelfde studiecentra gegeven en na mijn ervaringen met staats- en bestuursrecht leek een heel jaar met alleen daaraan gerelateerde vakken me dus echt helemaal niets. Dat zou nog eens een gruweljaar worden!
Ik probeerde dus een planning te maken waarin ik de helft van het staats- en bestuursrechtjaar in februari zou doen en de andere helft in de februari het jaar daarna. In september begon ik daarom met de eerste helft van het privaatrechtjaar. Helaas was dat ook net het jaar waarin mijn pasgeboren baby het ene na het andere virus voor zijn kiezen kreeg en zo ongeveer om de week ziek thuis was. Heel veel kwam er dus niet terecht van mijn studie en m’n planning liep al helemaal in het honderd.
Een zomer later maakte ik weer een planning. Van het privaatrechtjaar had ik al wat vakken liggen, dus daar zou ik mee verder gaan en voor het tweede deel van het jaar had ik bedacht dat ik maar strafrecht moest doen. De vakken voor staats- en bestuursrecht werden uiteindelijk in een voor mij onmogelijk studiecentrum gegeven. Het tweede deel van het jaar was Formeel strafrecht en dat borduurde eigenlijk voort op Materieel strafrecht, van het eerste deel strafrechtjaar. Dus dat deed ik dan maar eerst ook.
Hoe dan ook, het is weer bijna zomer en ik ben dus maar eens aan het plannen gegaan voor de komende twee jaar. Ik wil in 2013 m’n bachelor halen en om dat voor elkaar te krijgen moest ik toch eens echt serieus werk gaan maken van een planning. Ik schoof vakken naar voor en naar achter, rekening houdend met bijeenkomsten, tentamendata, studiecentra en ingangseisen. Ik schoof en schrapte en schoof en veranderde. Opeens had ik een planning. Een goede en kloppende planning. Een planning waarmee ik inderdaad in juni 2013 LLB ben, maar waaraan gewoon echt niets veranderd kan worden omdat dat doel anders niet te halen is. Redelijk tevreden keek ik alles nog eens na. Ik had me voor komend studiejaar verheugd op bijvoorbeeld Inleiding criminologie of Personen- en familierecht, maar die vakken moest ik noodgedwongen doorschuiven naar studiejaar 2012/13. Jammer, maar het kon gewoon echt niet anders. Maar goed, beroerd zag die planning er toch niet uit?
Ik keek nog eens goed en toen drong het pas tot me door… Studiejaar 2011/12 is op mijn planning het staats- en bestuursrechtjaar.
Iegh. Ik moet er niet aan denken om een heel jaar lang staats- en bestuursrecht te moeten doen. Ik denk dat ik na een half jaar rijp voor het gesticht zou zijn.