Op 21 mei 2016 besloot ik dat het tijd was om nieuwe hardloopschoenen te kopen. Ik had een rare en rottige week achter de rug, het zonnetje liet zich wat vaker zien en ik had iets nodig om even volledig m’n aandacht op te richten. De hardloopschoenen die ik had waren echt wel aan hun eindje en omdat hardlopen het eerste was waar ik aan dacht om m’n zinnen mee te kunnen verzetten, haalde ik een paar verse hardloopschoenen. Diezelfde middag rende ik een rondje van 3 kilometer en ik was blij.

De maanden erna rende ik vrolijk door, nam het trainingsschema dat ik had gedownload ook stikserieus en mijn doel werd om weer een keer naar mijn ouders te rennen (8 km). Heel lang geleden, toen ik net begonnen was met Evy, leek 5 km me meer dan genoeg. Dat was vér! Niet te kort! Na 2 minuten aan een stuk rennen kon ik zo ongeveer aan het zuurstof, dus 5 km, een minuut of dertig rennen, mij niet gezien! Ik vond het dus al heel wat dat ik naar mijn ouders wilde kunnen rennen. Misschien, ooit, op een dag zou ik ook nog wel eens 10 km rennen, je weet maar nooit, maar eerst die 8 km maar weer eens. Dat was in oktober 2014 gelukt en daarna had ik mijn hardloopschoenen aan de wilgen gehangen.

Doordat ik dat schema zo serieus nam, was de vooruitgang ook echt waanzinnig. De rondjes van 3 km werden rondjes van 5, soms 6 en uiteindelijk haalde ik de 7 ook. In september durfde ik het dus wel aan om hardlopend naar m’n ouders te gaan. En dat ging waanzinnig goed! In een dik uur liep ik ruim 8 km en ik was hartstikke blij. En ik wist zeker dat ik in 2017 een keer 10 km zou hardlopen. Gewoon, om een keer de dubbele cijfers te hebben aangetikt. Maar 10 km vond ik echt wel meer dan genoeg. In december (na een blessure die geen blessure bleek te zijn) begon ik dankzij de Santa Streak van Just Keep Running het lopen weer op te pakken. Door een bezoekje aan de fysioheld durfde ik ook weer buiten te lopen en die eerste keer liep ik gelijk ook 6 km. Vlak voor kerst durfde ik het daarom weer aan om nog maar een keer naar m’n ouders te rennen. De laatste keer van 2016. Eenmaal bij km 7 aangekomen begon ik te twijfelen. Ik voelde me goed, ging het vrij makkelijk halen… Zou ik de tien kunnen aantikken? 500 Meter verder besloot ik het te doen. Die laatste 2 km kon ik er vast nog wel uitpersen. Ik rende het huis van mijn ouders voorbij en voordat ik het wist riep Hans dat ik er 10 km op had zitten. Dat was alvast één doel voor 2017 dat ik kon wegstrepen.

Een dag later was ik nog steeds euforisch. Ik had tien kilometer hardgelopen en het was eigenlijk hartstikke goed gegaan. Zó ver was het nou ook weer niet en jeetje, nog voor het nieuwe jaar begonnen was al een doel kunnen afstrepen! Wat moest ik dan nu wel niet bedenken als hardloopdoel voor 2017? Dat was het moment waarop ik het be-lach-e-lijk-ste idee EVER kreeg. Een halve marathon. En dan die van Leiden, eind mei. Nog bijna 6 maanden weg, dat was voldoende tijd om van 10 naar 21 km te trainen, Runtastic had een trainingsschema voor een halve marathon en voordat ik het wist had ik de deelnamebevestiging in mijn mailbox.

Een week later werd ik wakker uit die 10K-roes. What the HELL?! Een halve marathon?! 21 kilometer rennen VOOR DE LOL?! Nou, dat schema zou ik heus wel gaan volgen, maar of ik deze exercitie eind mei ook echt zou gaan ondernemen… Geen idee. Voor m’n blog leek het me wel leuk: iemand die 5K al absurd ver vond die traint voor een halve marathon. De rubriek ‘Road to 21K’ zou vast aanslaan en ik zou vast ook wel genoeg hebben om over te schrijven. Al was het alleen maar omdat het een stuk kouder werd buiten net op het moment dat het begin van mijn trainingsschema dichterbij kwam en ik helemaal zo’n sportief type niet was.

De dag van de echte voorbereiding diende zich aan; 29 januari 2017. Met het schema zou ik trainen om de halve marathon in 2 uur en 15 minuten te lopen, maar ik had bij de inschrijving de langzaamste optie aangevinkt; 2 uur en 40 minuten. Die eerste training was goed te doen: 40 minuten lopen, een goeie 5 km, prima start. Twee dagen later was het tijd voor de tweede training en toen mocht ik gelijk een uur aan de bak. Wat. Was. Dat. Zwaar! Ik haalde krap 7,5K, leek niet vooruit te branden en begon me een beetje zorgen te maken. Als 7,5 zo zwaar was, hoe wilde ik dan ooit….?! Voor de derde training op 5 februari maakte ik me dus ook wel zorgen, die was anderhalf uur. Maar dat ging goed. Ik was kapot erna, had 11 km gehaald, en ik wist zeker dat die laatste tien er ook nog wel bij zouden komen de komende weken, al dan niet met hangen en wurgen.

Maar toen werd het buiten glad, ging ik onderuit met m’n fiets en zat de linkerkant van mijn lijf onder blauw/paars/zwarte plekken. Het duurde dus tot 12 maart voordat ik mijn hardloopschoenen weer eens aantrok. Een klein rondje om mee te beginnen, 5 kilometer en ik wist dat ik verder had gekund als ik had gewild, maar het leek me beter om het bij dat rondje te houden. Daarna zou ik even kijken wanneer ik weer zou instappen in het schema van Runtastic, maar met nog bijna 2.5 maand te gaan was opgeven geen optie.

Ik had er alleen niet op gerekend dat er bij de tandarts een collega zou uitvallen van wie ik de uren zou overnemen, dat de Zumba instructeur bij de sportschool geblesseerd zou raken en ik een deel van zijn lessen zou overnemen, dat ik drie dinsdagen achter elkaar op de school van mijn telgen twee uur Zumba zou geven (ook achter elkaar) en dat ik eind april een week voor de halve marathon een STRONG by Zumba instructor training zou plannen. Ineens was het dus 23 april, was de halve marathon minder dan een maand weg en was het dus écht wel weer een keer tijd om die hardloopschoenen onder het stof vandaan te trekken. En dat viel best tegen. Ik rende een uur, maar had maar 7,5K op de teller staan. En de volgende dag had ik behoorlijke spierpijn. Oeps. Toch wilde ik nog niets afblazen. Tijd genoeg nog!

Op 26 april stapte ik weer naar buiten voor een rondje. Nog een beetje spierpijn van de 23e en van m’n allereerste Pilatesles de avond ervoor, dus heel lekker ging het niet. Ik hield het bij 5 kilometer en nam me voor nog een flink aantal keer te gaan rennen in de komende weken.

Dat kwam er natuurlijk niet van. Dus ineens zat ik op vrijdagmiddag bij de kapper, die vrolijk vroeg of ik nog leuke plannen had voor het weekend. “Eh, ja, in principe ga ik zondag de halve marathon lopen. Denk ik.” Met dat ik het uitsprak, hoorde ik hoe belachelijk het klonk. Nooit verder gekomen dan 11 kilometer. Pas zes keer gelopen in vijf maanden en niet verder dan 7,5K. En dan twee dagen later gewoon even een halve marathon rennen? As if!