Laat ik er maar gewoon eerlijk voor uitkomen: ik ben onhandig. Ik kan struikelen over niks, kan alles zo laten vallen dat er ergens altijd wel een lichaamsdeel niet ongeschonden uit de strijd komt en tijdens het geven van m’n lessen sla ik mezelf regelmatig blauwe plekken. Dat talent heb ik altijd al gehad en ik zal niet langer ontkennen dat me dat op de middelbare school wel héél goed uitkwam.

Ik raakte als puber graag geblesseerd. Ok, dat klinkt heftiger dan het was, want op de pijn die steevast met zo’n blessure mee kwam zat ik dan weer niet zo erg te wachten, maar de blessure an sich… Een blessure betekende namelijk dat ik een Heel Goed Excuus had om niet mee te hoeven doen met de gymles. Een blessure op z’n tijd kwam dus altijd wel gelegen. “Sorry, meneer Hoeboer, ik kan de komende weken niet meedoen met gym, want ik heb een los stukje kraakbeen in mijn enkel en dat doet nu vervelend en en en….”

Dat ik niet alleen van sporten ben gaan houden, maar er ook van kan rondkomen inmiddels, mag op zich al een klein wonder heten. Deze hele Verwandlung (vrij naar Kafka, want serieus, veranderen van een man in een kever is minder bizar dan dat ik sporten leuk ging vinden) had echter nog een ander effect, waar ik tot nu eigenlijk helemaal niet bij stil heb gestaan.

Vorige week maandag kreeg ik het voor elkaar mezelf een stressfractuurtje te bezorgen in m’n pols, nadat ik er met een Zumba Toning Stick tegenaan getikt had. Dat ik mezelf mepte was de verrassing niet, maar dat dat kleine tikje deze blessure tot gevolg had, zag ik niet aankomen. Het deed ook niet zo héél zeer, maandag. En dus gaf ik maandagavond nog gewoon een les, en deed ik dinsdag vrolijk burpees en planken, gaf ik Zumba en twee keer BodyBalance en toen nog een half uurtje STRONG by Zumba. Dat deed best zeer, maar hey, het waren ook best wel wat lessen.

Woensdag werkte ik gewoon bij de tandarts, tikte wat stukjes tekst en deed ’s avonds twee uur Zumba. Maar bij de tandarts merkte ik al dat de pijn wel meer werd. Fietsen en autorijden deed ook zeer, dus voor de zekerheid belde ik toch alvast de huisarts voor een afspraak, waar ik de volgende ochtend terecht kon. Na mijn twee uur Zumba ’s avonds was ik dolblij dat ik die afspraak had gemaakt.

Donderdag vermoedde de huisarts een breuk. Ik geloofde er niets van. Een breuk? Van dat kleine tikje?! Hahaha, no way! Maar ik mocht toch naar het ziekenhuis voor foto’s. Een stressfractuur. Dus zo min mogelijk belasten de komende dagen. Toen ik de opmerking over burpees met één arm serieus nam, mocht ik helemaal niks meer doen. Niet werken, niet fietsen, niet autorijden. Flauw. Dus ik fietste toch maar naar huis, waar ik snel alle managers en sportscholen appte met de mededeling dat ik mijn lessen de komende dagen niet zou kunnen doen.

En daarna… Niks… Toegeven aan rust. Waardoor ik merkte dat die pols eigenlijk veel meer zeer deed dan ik had willen toegeven. Waar bleek dat zoiets kleins als mijn haar wassen of de afwas doen bijna killing was. Waar ik af en toe met tranen in mijn ogen stond omdat het zo zeer deed, maar óók omdat ik er zo van baalde dat ik mijn lessen niet kon geven. Niet alleen omdat ik gewoon wilde werken, maar voornamelijk omdat ik gewoon lekker wilde sporten.

Heel optimistisch had ik bedacht dat ik gisteren wel weer aan het werk kon, maar zondag realiseerde ik me dat dat toch echt een beetje té positief ingeschat was, en ik annuleerde mijn lessen voor maandag en vandaag ook. En ik baal daar nog steeds zo, zó erg van.

Het grappige is dat het me dus serieus verbaast dat ik daar zo van baal. Want een stressfractuurtje als dit, dat was op de middelbare school een geschenk uit de hemel geweest en iets wat ik zo lang mogelijk zou hebben gerekt. Hier zou ik op z’n minst drie maanden zoet mee geweest zijn, wat ik je brom! “Nee, echt meneer Hoeboer, het doet nog ontzettend pijn. Gymmen zit er echt nog niet in. Nee, de komende twee weken ook niet hoor. Daarna moeten we maar even zien of de pijn gezakt is.” (En verrassing: “Nee, de pijn is nog niet minder nee, heel vervelend!”)

Maar nu? Ik moet er niet aan dénken, drie maanden niet sporten!! Nee hoor, morgenavond sta ik gewoon weer in de sportschool! Alhoewel ik de oefeningen met vol gewicht op m’n handen nog maar een weekje laat voor wat ze zijn…