Of nou ja, beste meneer Hoeboer… We zijn inmiddels bijna 27 jaar verder, mag ik inmiddels niet gewoon Ad zeggen? Ja toch? Beste Ad, hey, hoi!

Waarschijnlijk heb je geen flauw idee meer wie ik ben, maar andersom kan ik jou nog zo ongeveer uittekenen. Van al mijn brugklasdocenten vond ik jou namelijk de minst leuke. Stiekem had ik al een hekel aan je nog voordat ik m’n eerste les van jou had en dat had alles te maken met het vak dat je gaf. Had je geschiedenis gegeven, of Nederlands, aardrijkskunde desnoods, dan was je waarschijnlijk gewoon ergens in mijn top vijf van leuke docenten beland, dus ergens heb je het misschien ook wel een beetje over jezelf afgeroepen. Want jij gaf geen geschiedenis, of Nederlands, of aardrijkskunde. Nee, jouw vak was dat hellevak, dat door de duivel zelf was bedacht. Gym. Gatver.

Tegelijkertijd komt jou dan ook wel weer de (ok, ietwat dubieuze) eer toe dat je de enige gymdocent bent die ik me van de middelbare school kan herinneren. Dat moet betekenen dat we de eerste drie jaar dat ik op het Agnes zat tot elkaar veroordeeld waren, maar ik kan me eigenlijk alleen mijn brugjaar echt herinneren. Uiteindelijk heb ik er na de tweede klas een sport van gemaakt om alle gymlessen te ontwijken. Ik had er schoon genoeg van dat jij, als ik mezelf weer eens half dood door de gymzaal sleepte, me toe stond te roepen dat ik “echt nog wel verder kon, als ik maar wilde.” Man, ik kon je wel wurgen!

Dat ik dat in de brugklas ook zo’n beetje deed, zal onze verstandhouding ook niet ten goede zijn gekomen. Ok, ok, ik wist ook op 12-jarige leeftijd al dat jou écht om zeep helpen een Heel Slecht Plan was dat hoogstwaarschijnlijk zou mislukken omdat jij fitter was dan ik, om maar eens wat te noemen. Maar wat ik, zo jong als ik was, ook wist, is dat er iets bestaat dat machtiger is dan het zwaard: de pen. En dus deed ik wat ik het liefste deed als ik thuiskwam uit school: ik ging achter m’n bureau zitten, fantaseerde er op los en schreef een verhaal met de titel “Wie vermoordde de gymleraar?” Spoiler alert: ik natuurlijk. Duh. Want je had het verdiend! Met je piepjestest!

Inmiddels durf ik best toe te geven dat het echt alleen lag aan dat vak dat je gaf, want zo achteraf terugkijkend was je eigenlijk best wel erg aardig. Ik had alleen wat meer tijd nodig om in te zien dat sporten best wel heel leuk kan zijn, ok, en dat rennen best wel heel erg fijn kan zijn. En ik durf ook best te zeggen dat ik stiekem heel nieuwsgierig ben hoe ik nu zou scoren op die piepjestest die ik op de middelbare school zo verafschuwde dat ik in staat was van de trap voor de gymzaal te lazeren zodat ik weer de een of andere vage blessure kon opvoeren om minstens twee weken bevrijd te zijn van dat afschuwelijke vak van je.

Dus dat ik inmiddels zelf mijn geld verdien met sporten, vind ik wel even een dingetje. Dat had ik zelf ook niet zien aankomen en daarom vind ik dat ik je eigenlijk een excuus schuldig ben omdat ik er zesentwintig jaar geleden blijkbaar over fantaseerde om je neer te knallen enkel en alleen maar omdat je toevallig mijn gymdocent was. Sorry! Het was echt niet persoonlijk, het was dat hellevak.

Kom je om het bij te leggen een keertje langs in een van mijn lessen? Lijkt me leuk! Ik zal mijn wapens thuis laten.

Groetjes,
Josanne