Maandag 18 november – 8x 3’ p=1
Ondanks mijn goede voornemens na “de verloren week” schoot de eerste training van deze week er ook weer volledig bij in. Maandag was te druk en toen ik eindelijk tijd gehad zou hebben om te lopen, was het donker. En verlichting heb ik nog (steeds) niet. (Ok, en toegegeven, als ik dat wel had gehad, weet ik niet of ik dan wel had gelopen).
Het plan was om ‘m op dinsdag te lopen; het zou de hele dag droog blijven en die 8 keer 3 minuten rennen afgewisseld met 1 minuut wandelen kon best tussen m’n lessen door. Eenmaal in de auto op weg naar huis begon het te gieten en het werd niet meer droog. Ja, dus toen had ik er geen zin meer in. Duh.
Woensdag 20 november – 5x 5’ p=1’ – loopband
Ik zou met m’n oudste zoon naar de sportschool gaan en ja, als ik er dan tóch was, dan kon ik me best wel weer aan een training op de loopband wagen. Waar ik tegenop zag was het geklooi met snelheid wisselen tijdens het lopen en zelf de intervallen in de gaten houden, maar gelukkig bleek daar een eenvoudige oplossing voor te zijn: de cloud van MyWellness! M’n collega zette de intervallen die ik wilde lopen (5x 5 minuten rennen afgewisseld met 1 minuut wandelen) in die cloud, ik selecteerde de training in m’n app, scande de QR-code op de loopband en die training ging helemaal automatisch. Juiste tempo op de juiste tijdstippen, wat een heerlijke training! Ik had aangegeven op 6:40 te willen rennen en 10:00 te willen wandelen (wat uitkwam op 7:09 per km), maar dat hield ik net iets te gemakkelijk vol. Ik had achteraf wel het gevoel dat ik getraind had, maar dat ik er meer uit had kunnen halen. En 7:09 is ook wel echt m’n snelste gemiddelde pace op een loopband, super! Dus m’n volgende training op een loopband zet ik naar 6:30 en 9:40. Moet lukken! Heb nu al zin in de volgende (loopband)training.
Vrijdag 22 november – 2x 5’-8’ p=1’ – loopband
Buiten was het eigenlijk prima loopweer, maar omdat ik woensdag zo ontzettend lekker liep op de loopband en ik een fijne training wel kon gebruiken, besloot ik na de tandarts door te fietsen naar de sportschool – niet de vestiging die bij de tandarts om de hoek is, maar de vestiging iets verder, waar ik zo fijn gelopen had. Als de omstandigheden zo veel mogelijk hetzelfde waren, dan had ik alles gedaan wat ik kon om ervoor te zorgen dat het een fijne training zou worden.
Boy, was I wrong! Het direct na de tandarts doorfietsen (met tegenwind) viel al flink tegen. Het was koud, ik had honger… Op de loopband wilde de band geen verbinding maken met internet, waardoor m’n intervallen niet automatisch zouden gaan, dus ik had er al een beetje de pest in. Op een andere loopband ging de verbinding wel goed, dus ik zette m’n “Ren tot je niet meer ken”-afspeellijst aan, startte de training en ik ging van start. De 5 minuten-stukjes zou ik op 6:30 lopen, voor de 8 minuten-stukjes had ik toch nog maar 6:40 ingesteld. De eerste vijf minuten duurden eindeloos. Ik had het gevoel dat ik aan het sprinten was (hoe dan?! Twee weken geleden liep ik toch makkelijk 6:15?!) en toen ik na dik vijf minuten (gevoelsmatig) keek hoe lang ik nog moest, zat ik pas op 2,5 minuut. Gadverdamme!
Minuutje wandelen (en die 10:00/km voelden onvoorstelbaar veel sneller dan woensdag!) en daarna 8 minuten rennen. Wat. Waren. Die. Zwáár!! Ik had het echt even moeilijk; ademhaling was veel te snel, hartslag schoot omhoog, kramp in m’n benen en m’n voeten…. Ik wilde veel doen, maar opgeven niet. Dus ik klemde m’n kaken op elkaar, zette door en wist de 8 minuten met m’n hakken over de sloot vol te maken.
Tijdens het minuutje wandelen besloot ik dat ik de volgende 5 minuten niet op 6:30 zou lopen, maar ook op 6:40. Maar na een goede twee minuten hield ik ook dat niet meer vol en moest uiteindelijk terug naar 12:00/km. Slome slak-wandeltempo zeg maar, maar m’n benen en voeten voelden absoluut niet goed. Ik besloot de training af te breken; in plaats van 30 minuten waren het er 20 geworden, met een gemiddelde snelheid van 7:28. Dra-ma-tisch.
Jezelf een beetje pushen, beetje doorzettingsvermogen is prima, maar ik was mezelf echt kapot aan het maken op dat moment. De fietstocht naar huis was ook bijna niet te doen; kramp, moe, duizelig…
Van dat euforische gevoel van woensdag is niet veel meer over. Sterker nog, ik zie een beetje op tegen de komende trainingen.
0 Comments
Trackbacks/Pingbacks