Bron: Onbekend

“Zo,” zei de advocaat tegen me. “Dus jij studeert rechten. Vind je het leuk?”
Ik begon enthousiast te vertellen waarom het zo leuk is om rechten te studeren. Toen ik geen redenen meer kon bedenken, voor mijn gevoel al veel te snel, reageerde hij totaal onverwacht:
“Oh. Ik vond er geen barst aan, aan die rechtenstudie. Werken als advocaat vind ik geweldig en ik zou niets anders willen doen, maar die studie… Die was sáái!”
Ik had geen idee hoe ik daar op moest reageren.

Inmiddels snap ik wel wat hij bedoelde. Zo’n beetje alle leuke verplichte vakken liggen achter me en van de vakken die ik nog in het verschiet heb, begin ik nou niet direct te stuiteren. Het zijn vakken die me al niet echt liggen, de tentamens haalde ik nét niet en het studeren voor de herkansingen wordt in de zomervakantie ook nog een hele toer. En eerlijk is eerlijk, van het vooruitzicht dat dít de vakken zijn die ik de komende maanden moet gaan halen word ik ook niet heel vrolijk.

Toen ik net op mezelf woonde en een wijnrek in elkaar probeerde te knutselen leerde ik dat je dingen soms letterlijk van een andere kant moet bekijken: door het rek ondersteboven te keren was het plotseling een fluitje van een cent om ‘m in elkaar te zetten. Dat hele ‘dingen van een andere kant bekijken’ gaat nu ook op. Ik vind goederenrecht ineens hartstikke leuk! Ik had echt nooit kunnen bedenken dat dít vak nog eens mijn ‘ik heb een studiesuccesje met een leuk vak nodig’-vak zou worden, maar dat is het inmiddels wel. Juist dit vak brengt nu het plezier in m’n studie weer terug. En ik hoop van harte dat het plezier gewoon blijft, zodat ik met een goed gevoel op mijn studie kan (blijven) terugkijken.

Bron: onbekend