In de film ‘The Lion King’ die Disney in 1994 uitbracht zit een scène waarin een paar hyena’s praten over Mufasa, de leeuwenkoning van dat moment. Een van de hyena’s beweert de rillingen te krijgen van die naam.

Wat de naam Mufasa doet voor deze hyena, doet het vak goederenrecht voor mij, al lijkt deze hyena het nog best prettig te vinden. Van alleen al het woord ‘goederenrecht’ lopen de rillingen over mijn lijf. Alsof er tientallen spinnen tegelijk overheen lopen. En dan niet van die kleintjes, maar van die enorme tarantula’s.

Een mens lijdt het meest door het lijden dat hij vreest, zeggen ze, dus waarschijnlijk is het idee van tien  vogelspinnen die over je blote lijf lopen veel angstaanjagender dan dat het echt gebeurt. Zelf ben ik niet van plan die theorie te testen. Dan maar niet de geschiedenisboekjes in als briljant wetenschapper.

Voor het vak goederenrecht geldt waarschijnlijk hetzelfde: het hele idee van dat vak zal dramatischer zijn dan het echt doen, en als ik volgend jaar wil afstuderen zal ik díe theorie dus wel moeten testen dit jaar. Goederenrecht, tentamen, meerkeuzevragen… Een mens gaat van minder aan de drank.

Kijk je naar mijn boekenkast, dan krijg je misschien de indruk dat ik goederenrecht hartstikke leuk vind. Behalve de boeken die bij het vak horen, heb ik ook aanvullende literatuur staan. Alles om me door dat tentamen te trekken. Ik onthoud alleen de verkeerde dingen. Lees ik een stuk tekst over hoofdzaak en bestanddeel, whisky met ijsklontjes, dan blijft bij mij alleen hangen dat het -blijkbaar- een doodzonde is om ijsklontjes in een glas whisky te doen. Niet de kennis die me gaat helpen bij het tentamen.

Het wordt me ook niet makkelijk gemaakt om het vak leuk te vinden. Ik las ooit een tekst over een kogel in een dode soldaat met de vraag van wie die kogel is. Dát vond ik dan wel weer interessant, maar die publicatie kan ik nergens vinden. Het is een oude publicatie (1917) en Duits, maar die zou toch érgens te vinden moeten zijn? Wíl ik eens helemaal vrijwillig iets verdiepends lezen…

Wat me ook een beetje zorgen baart is dat ik het vak blijkbaar wel leuk ga vinden als je er maar lijken en, al dan niet losse, lichaamsdelen tegenaan gooit. Van wie is een afgehakt been, bijvoorbeeld. Of iets beschaafder: is de tandarts de eigenaar van de kiezen die hij net getrokken heeft. Aardige materie als je het mij vraagt en zéker iets waarvan ik het leuk vind om me erin te verdiepen. Maar aan de kennis dat een lijk geen zaak is heb ik natuurlijk geen barst bij een vraag als

Xandra cedeert op 1 juli de volgende vorderingen aan Yolanda:

  • de vordering op Anton tot terugbetaling van € 20.000,- op grond van een geldleen, opeisbaar op 15 augustus
  • de vorderingen die zij op grond van een bestaande huurovereenkomst met Berend zal verkrijgen vanaf 1 juli

Xandra failleert op 1 augustus.

Welke vordering valt in de faillissementsboedel?

Iemand toevallig een paar vogelspinnen te leen?