Bron: dnls

Bron: dnls

Afgelopen zaterdag was het weer zo ver, de landelijke studentendag van de faculteit rechtswetenschappen van de OU. De locatie viel dit jaar alvast reuze mee, want we mochten weer naar Utrecht. Blijkbaar was die locatie vorig jaar goed bevallen. Op zich snap ik dat wel, al vond ik het ook dit jaar weer wat krapjes bij de inloop, de lunch en de borrel. Maar dat kleine ongemak vergeet ik snel als ik denk aan de locatie van 2012

Ik zal heel eerlijk bekennen dat ik dit jaar niet eens naar het programma gekeken heb voordat ik me inschreef voor deze dag. Ook als je alleen voor de gezellige borrel of de uitgebreide lunch gaat, is een dag als deze de moeite waard om naar Utrecht af te reizen.

De gezelligheid begon al op Utrecht Centraal. Op Facebook had ik eerder al gevraagd wie ik daar rond 10.15 uur nog meer tegen zou komen en uiteindelijk konden we met z’n zessen naar het zalencentrum lopen. Inloop, koffie, veel bekende gezichten en voordat ik het wist was het tijd voor de opening door de dagvoorzitter. Dat was een hoogleraar Europees recht en daarmee was ik ook gelijk op de hoogte van het thema van deze studentendag: Fundamentele rechten in Europa.

De eerste lezing ging over de fundamentele rechten van de mens, met onder andere de vraag of er zoiets bestaat als recht op hulp bij zelfdoding. Europees recht staat boven nationaal recht, maar hoe regel je dan op Europees niveau zoiets als recht op hulp bij zelfdoding als al die Europese staatjes daar hun eigen ideeën over hebben. Hoe regel je een zootje ongeregeld, dat idee. De tweede spreker was prof. mr. Ernst Hirsch Ballin, over de fundamentele rechten van de burger. Nooit geweten dat die man zo grappig was! Dat is eerlijk gezegd ook gelijk het enige wat ik nog weet van zijn praatje; mijn verbazing over zijn humor.

Daarna was het tijd voor de lunch. Ik herhaal het ieder jaar weer, maar ook al zou de OU besluiten de lezingen te schrappen, dan nog is de RW-dag meer dan de moeite waard. De lunch was dan ook zó voorbij. Drie keer met je ogen knipperen en we mochten de zaal weer in voor de derde spreker over de fundamentele rechten van de robot. I kid you not. Deze lezing en de bijbehorende discussie vond ik redelijk surreëel, alhoewel ik moet toegeven dat ik er wel al bijna een week over nadenk (en ja, er zelfs een heel aparte blog aan ga wijden). Dus in dat opzicht is deze lezing zeker geslaagd.

We hadden nog een groep niet gehad en dat maakte de laatste spreker goed. Deze lezing ging over de fundamentele rechten van het dier. Dat dieren wel rechten hebben, maar dat die negatief geformuleerd zijn en dat er zoveel ‘tenzij’ in die regelingen voorkomt dat je je kunt afvragen hoeveel rechten ze nu daadwerkelijk hebben. Dat werd afgewisseld met het iets minder serieuze ‘hebben dieren recht op seks’ en ‘voor zover bekend worden dieren niet beperkt in hun recht op vereniging en vergadering’. Na de robots keek ik nergens meer van op.

We mochten even een kwartiertje bijkomen met koffie en thee, maar dat kwartiertje ging zo snel voorbij dat ik niet eens een glas vocht heb gezien. Eigenlijk ging die hele dag verschrikkelijk snel trouwens. Ik blijf erbij (en ook dit roep ik ieder jaar): twee keer per jaar zo’n dag vind ik ook helemaal prima!

De decaan babbelde over recente ontwikkelingen binnen onze faculteit, waarbij hij vooral in een soort hiep hiep hoera-stemming verkeerde over de nieuwe master. Hij deed het voorkomen alsof hij daarmee tegemoetkomt aan de wensen van de studenten en dat iedereen er zo verschrikkelijk positief over is. Juist. Onder welke steen heb jij het afgelopen half jaar geleefd, vriend?! De studenten die ik ken zijn namelijk (net als ik zelf) totaal niet gecharmeerd van de nieuwe begeleide master en de meesten van ons hebben zich snel (als het individuele studieprogramma het toeliet natuurlijk) voor 1 september nog ingeschreven voor een of meerdere mastervakken. Zo heb ik de harde knip kunnen voorkomen, net als een gat in m’n studieplannig en ik val zo gelukkig nog fijn in de master oude stijl. Er zullen vást studenten zijn die de nieuwe master een verademing vinden, maar ik ken ze niet. En ik ken toch echt wel een flink aantal studenten…

Na deze update en de uitreiking van de scriptieprijs, was het tijd om afscheid te nemen van een van de leukste en beste docenten die ik in mijn (toch wel vrij omvangrijke) studieloopbaan heb gehad. In juni ging ze al met pensioen, maar ze vond de studentendag een mooie gelegenheid om afscheid te nemen van iedereen waar ze zich al die jaren voor ingezet heeft; de studenten.
Vorig jaar op de studentendag maakte ze dit plan al aan mij bekend. Ze zei toen ook dat ze het zo leuk zou vinden als iemand iets wilde zeggen namens de studenten. Dat was ik van harte met haar eens, tot ze plotseling vroeg of ik dat wilde doen. Natuurlijk zei ik ja, want wat een eer is dat! Maar ik was wel blij dat ik nog een jaar de tijd had.

Dat jaar was afgelopen zaterdag ineens voorbij en dus stond ik plotseling voor een zaal vol studenten en docenten. Je zou van minder de bibbers krijgen. Vooraf had ik in de Facebookgroep al de vraag gesteld wie van de studenten haar kende en hoe zij dan aan haar terugdachten. Alle herinneringen waren positief en dat was ook een mooie insteek voor mijn praatje. Ik vond het griezelig, maar ben wel blij dat ik het gedaan heb. Een docent als zij verdient dat. Klaar.
Na mij vertelde de decaan hoe zij als collega was geweest en daarna kwam ze zelf ook nog aan het woord. Inmiddels hebben we een altaartje staan waar we regelmatig even snikken over wat ooit was en… Nee, grapje natuurlijk. Maar dat ze door de studenten gemist wordt, staat als een paal boven water.

Tijd voor de borrel! Daar sprak ik ook weer medestudenten en docenten die ik eerder die dag nog niet gesproken had. Het was vreselijk gezellig en ik vond het bijna jammer dat dat deel van de studentendag erop zat.

Medestudenten uit de übergezellige Facebookgroep hadden nog afgesproken om met elkaar te gaan eten en normaal gesproken zou ik ook van de partij geweest zijn. Voor afgelopen zaterdag was ik echter uitgenodigd om mee te gaan naar het afscheidsetentje van diezelfde docent die met pensioen ging (klinkt bijna als she who must not be named). Ontzettend leuk natuurlijk! En zo kwam het dat ik aan tafel zat met tien docenten. Met links van mij de examinator van overeenkomsten- en aansprakelijkheidsrecht, schuin tegenover me de docent van het integratiepracticum, rechts van mij de docent die met pensioen ging en recht tegenover me de examinator van het door mij ooit zo gevreesde vak goederenrecht, die eigenlijk best een leuke man bleek te zijn. Waar civilisten het dan zoal over hebben tijdens het eten? Wanprestatie. Serieus.

De docent die met pensioen ging en ik reisden samen terug met de trein, zoals we vijf jaar regelmatig samen terugreisden van bijeenkomsten, en ook de treinreis was bijzonder gezellig.
Toen ik eenmaal thuis was, was ik werkelijk gesloopt. Maar desondanks was het eerste wat ik tegen mijn man riep: ‘Geweldige dag! Volgend jaar weer!’

Follow on Bloglovin