Om de een of andere mysterieuze reden weet ik altijd beroepen of studies te kiezen waar de meeste mensen zich niet al te veel bij voor kunnen stellen.
Eerst:
‘En Josanne, wat doe jij?’
Ik, enthousiast:’Oh, ik ben tandartsassistente!’
Gesprekspartner kijkt vies en reageert met ‘Jasses!’
Toen:
‘Universiteit in Leiden! Joh, en wat studeer je dan?’
Ik, enthousiast: ‘Duits!’
Gesprekspartner kijkt vies en reageert vol ongeloof: ‘Dúits?!’
Dus toen ik rechten ging studeren verwachtte ik niet dat mensen op mijn antwoord ‘Ik studeer rechten!’ een gezicht trekken alsof ze zojuist geroken hebben dat er een petomaan in ons midden is en uitroepen ‘Maar dat is toch verschrikkelijk sáái!’
De kapper vanmorgen voegde daar zelfs nog vrolijk aan toe:
‘Dus jij zit de hele dag wetten uit je hoofd te leren?’
Vergeef me het zijspoor hier, maar waar komt dít vooroordeel nou toch vandaan?! Van alle vooroordelen die ik de afgelopen jaren naar m’n hoofd geslingerd heb gekregen, staat deze toch echt met stip op 1. Ik vind het vergelijkbaar met aan iemand die een taal studeert vragen of hij het woordenboek uit z’n hoofd moet leren, maar die vraag heb ik toen ik Duits studeerde dan weer nooit gehoord. Ik hoorde wel ooit na een zitting twee mensen tegen elkaar fluisteren dat ‘die meneer X wel een slechte advocaat was, omdat hij niets uit z’n hoofd wist en alles moest opzoeken in die wetboeken die hij bij zich had’. Iedereen dient de wet te kennen, maar juristen moeten die blijkbaar uit hun hoofd kunnen opdreunen. Dus ja, ik geef toe, ik heb een paar artikelen uit mijn hoofd geleerd speciaal voor situaties als deze.
Terug naar de kapper. Ik had nog een hele zit voor de boeg, dus ik besloot geen artikelen op te dreunen, maar eerlijk te zeggen dat je die altijd mag opzoeken in bundel of boek.
‘Maar wat leer je dan wel?’
‘Nou…’
Ik ging er eens goed voor zitten en trok mijn favoriete onderwerp uit de kast: moord. Moord is het opzettelijk en met voorbedachten rade een ander van het leven beroven. Maar wat is ‘met voorbedachten rade’? Volgens de HR ‘na kalm en rustig beraad’. Maar wat is dan ‘kalm en rustig beraad’? En spreekt de Nederlandse wet alleen over ‘van het leven beroven’, in Duitsland bedoelen ze daar ook mee dat je het leven van iemand verkort. Maar stel dan dat Piet net in een vliegtuig wil stappen, als hij wordt neergeschoten door Klaas. Het was de bedoeling van Klaas om Piet neer te schieten en Klaas heeft van te voren helemaal uitgedacht hoe hij dat het beste kon doen. Moord.
Alleen gaat Piet niet gelijk dood, maar komt in het ziekenhuis op de intensive care terecht en overlijdt pas drie dagen later aan de schotwond. Nog steeds moord. Maar stél nou dat dat vliegtuig waar Piet net in wilde stappen en dat hij dus gemist heeft vlak na het opstijgen neerstortte en er geen overlevenden waren. Dan heeft Piet dus drie dagen lánger geleefd dan wanneer Klaas hem niet had neergeschoten. Dan is het leven van Piet door de actie van Klaas niet verkort, maar juist verlengd. Is het dan nog steeds moord?
De kapper kijkt me inmiddels met grote ogen en open mond aan.
‘Ga je nog wat leuks doen met de pasen?’
Om de een of andere mysterieuze reden zeg ik niet dat ik me ga bezighouden met toelaatbaarheid en gebruik van exoneratie- en vrijwaringsclausules, maar antwoord ik ‘Ja, een paasbrunch’.
Vreemd.
Herkenbaar… die paasbrunche 😉