Nijmegen?! Nij-me-gen?! Ik was op z’n zachtst gezegd niet blij met de locatie voor de studentendag RW (rechtswetenschappen) van de OU. Nijmegen is hiervandaan bijna twee uur met de auto en de reistijd met het openbaar vervoer durfde ik niet eens op te zoeken. Alhoewel ik in 2011 een hartstikke leuke dag heb gehad en het thema voor dit jaar, Europees privaatrecht, me veel meer interesseerde dan het thema van vorig jaar (toezicht binnen het bestuur, als ik me niet vergis), twijfelde ik. Nijmegen. Hallo.
Toch meldde ik me aan, liet binnen de AJV vallen dat ik alleen nog even moest uitzoeken hoe ik daar moest komen en kreeg spontaan een lift aangeboden vanaf het studiecentrum in Amsterdam. Er meldde zich nog een lifter aan en met z’n drieën reden we naar de andere kant van het land.
Ik kan er niets anders van maken dan dat het de wereldreis absoluut waard was. Al zou die dag alleen een heel lange borrel zijn, dan is het al leuk. De personen achter de namen van docenten en medestudenten die je op Studienet voorbij ziet komen (weer) eens in levenden lijve spreken is an sich al een reden om naar de ReWe-dag te gaan. Zéker weten dat je iemand kent, je hersens kraken over waarván dan toch en je uren later herinneren dat je drie jaar geleden de bijeenkomsten van een aantal vakken samen hebt gevolgd, is gewoon leuk. Maar voor alleen een borrel van zes uur is de organisatie van zo’n dag natuurlijk veel te veel gedoe, dus werden we ook getrakteerd op een aantal lezingen.
‘Ik en mijn recht in Europa’, voor een internationale student, die nog altijd niet is bijgekomen van de complexiteit van een Duitse moord, een boeiend onderwerp. De lezing, ondersteund met de beste Powerpointpresentatie die ik tot nu toe in welke studie dan ook voorbij heb zien komen en gehouden door een levendige spreker (prof. mr. A.G. Castermans) met gevoel voor humor, duurde bijna drie kwartier maar voelde veel korter.
Van de tweede lezing (‘Open normen en de europeanisering van het privaatrecht: een ingewikkelde verhouding’) miste ik het begin omdat ik de coördinator van de virtuele campus tegenkwam (en die ik dus alleen nog via mail ‘gesproken’ had). Ik weet niet of het aan het gemiste begin lag, aan het onderwerp of aan de spreker (mr. dr. C.M.D.S. Pavillon) die me minder wist te boeien dan de eerste spreker, maar ik kwam er niet lekker in.
De laatste spreker (mr. dr. G.J. Rijken) daarentegen had wat mij betreft geen drie kwartier maar minstens drie uur mogen volpraten (al vroeg ik me de eerste paar minuten wel af of er niet toch stiekem iets anders in zijn glas zat dan water). ‘Open normen in de praktijk: exoneratieclausule’ is misschien geen titel waar je direct van gaat stuiteren, maar schijn bedriegt. Bijwonen op eigen risico. En dan zijn er nog mensen die beweren dat het recht saai is.
De docenten, wat kan ik daar over zeggen? Toen ik Duits studeerde was er een docent die alle eerstejaars (en ik durf te wedden ook veel ouderejaars!) angst inboezemde. Het was een grote, stevige vent, die altijd boos (of op z’n minst streng) keek. Hij had zo’n hele diepe stem en we stopten bijna spontaan met de studie toen we hoorden dat we voor zijn vak, Kul, mondeling tentamen moesten doen. Bij hem. In het Duits. In mijn tweede jaar heb ik hem een keer verschrikkelijk aan het lachen gekregen om iets vrij gênants en toen hij me tijdens het Kul-tentamen hints zat te geven omdat hij doorhad dat ik dichtklapte, terwijl hij wist dat ik de antwoorden heus wel wist, wist ik dat het eigenlijk een ontzettend sympathieke vent was, die je het liefste door de studie heen zou trekken. Toch bleef hij me altijd herinneren aan een brombeer. (Kul kwam overigens niet van flauwekul, maar van Kultur- und Literaturgeschichte.) En sympathiek of niet, geen enkele student haalde het in zijn hoofd om hem Sjaak te noemen in plaats van ‘Herr O.’.
Zo’n brombeer ben ik bij de OU nog niet tegengekomen. Misschien houden ze hem ergens verborgen; dat hij bij een willekeurig mondeling tentamen als een duveltje uit een doosje tevoorschijn springt. Hij kan natuurlijk ook verstopt zitten in een van de sympathieke docenten die ik ontmoet heb, al kan ik me dat maar heel moeilijk voorstellen.
Heerlen is nog net een tikkie verder dan Nijmegen, maar ik voel me meer verbonden met de OU dan dat ik me ooit met de Universiteit Leiden heb gevoeld. De docenten zijn aanspreekbaarder en ze onthouden alles. Of nou ja, veel, in ieder geval. Zeker de docenten die actief zijn in de discussiegroepen op Studienet.
De docenten die ik uitnodigde om eens een praatje te komen houden bij de AJV hebben allemaal positief gereageerd en ik durfde zelfs aan een docent toe te geven dat ik van wat hij in de discussiegroep van goederenrecht schrijft soms geen kroketten kan bakken. Zoiets zou ik nooit hebben durven bekennen aan Sjaak Herr O.
De reis van Nijmegen naar Amsterdam was al net zo’n pokkeneind als andersom, maar ik ben echt blij dat ik geweest ben. Volgend jaar wordt de RW-dag georganiseerd door de sectie strafrecht, dus ik ben dan zeker weer van de partij. Al hoop ik dat het in 2013 weer een beetje minder ver weg is. Met o.a. Goeie Mie en de balpenmoord vind ik Leiden wel een aardige optie.
0 Comments
Trackbacks/Pingbacks