Als ik vroeger ergens een hekel aan had, dan was het wel aan hardlopen. Sporten an sich vond ik niet eens zo vreselijk, ik probeerde alles uit wat er op sportgebied te beleven was. Maar als er dan door de korfbalvereniging een sponsorloop werd georganiseerd, brak het zweet me aan alle kanten uit. Dan moest je róndjes rennen om het veld! Weet je wel hoe groot dat veld was?! Meestal had ik een sponsor of vijf: mijn moeder, mijn oma, de overbuurvrouw die ook de moeder was van een vriendinnetje, mijn juf op school en de buurvrouw naast ons. Gemiddeld sponsorden ze me voor een gulden per rondje, dus na één rondje vond ik het wel best. Ik m’n best gedaan, korfbalvereniging vijf gulden verdiend en we waren weer voor een jaar klaar met die ongein.

De sportdagen op de lagere school vond ik een verschrikking. Het was vaak mooi weer, dat wel, maar mán! We moesten hardlopen! Die hele atletiekbaan rond! 400 Meter! Hárd-lo-pen! Na tien stappen barstten m’n longen uit m’n lijf, had ik steken in m’n zij waar de gemiddelde blindedarm jaloers op is en wilde ik het liefst voor dood neerstorten. En dan had ik nog 395 meter te gaan. Dus die wandelde ik. Nadeel: standjes van de fanatiek sportende leraar. Voordelen: ik hoefde niet als een aap te proberen me in een paal omhoog te slingeren om me over een hoge lat heen te storten, ik hoefde niet na een belabberde aanloop zo ver mogelijk in een bak zand te springen en ik hoefde niet als een parkinsonpatiënt met een epileptische aanval een hink-stap-sprong te doen, wederom in een bak zand. Ik wandelde m’n 400 meter. Ik vond het best.

Op de middelbare school vond ik gym in de brugklas nog best aardig. In een touw klimmen kon ik niet, maar salto’s waren geen probleem. En toen kwam die dag dat de gymleraar opgewekt zei: ‘Dan is het nu tijd voor de Coopertest!’ Na de eerste set piepjes kon de gymleraar zijn reanimatiecursus oefenen. Bij de volgende gymles waar we die test moesten doen, struikelde ik over de drempel. Piepjes. Dikke doei. Daarna maakte ik er een sport van om níet te hoeven gymmen. In die sport was ik dan wel weer goed.

Kom ik nu een station binnen bij spoor 1 en gaat mijn trein over 2 minuten op spoor 10, ach, dan gaat er over een half uur wel weer een trein. Oh, en zelfs als ik droom ren ik niet. Vannacht werden we aangevallen door zombies. Iedereen om me heen rende weg: ‘Rénnen! Save yourself!’ en ik keek om naar die zombies en dacht: ‘Nah. Dan maar dood.’
Sporten vind ik prima verder hoor, Zumba is geweldig en Sh’bam vind ik ook wel erg leuk, maar hardlopers vind ik altijd een beetje zielig. Is het pestweer, lopen zij daar een beetje te rennen. Ach gos.

Wat me dus gisteren bezielde weet ik nog steeds niet. Ik hou het er maar op dat ik tijdelijk ontoerekeningsvatbaar was, een vlaag van verstandsverbijstering had en periodieke vroege Alzheimer, maar ik meldde me dus aan voor de Dam tot Damloop voor beginners. Stichting No Guts No Glory wil met een team van tien onervaren lopers 6,4 km gaan rennen. Een vriendin stuurde me de link door en ik meldde me aan. Ik. meldde. me. aan.

Vanmorgen zag ik het mezelf wel doen. Het was mooi weer en ik visualiseerde mezelf daar hardlopend. Helemaal prima. Dat kon ik wel. Vanmiddag stapte ik naar buiten in de stromende regen. ‘HELL NO!’

Maar goed, nu nog zeggen ‘nou toch maar niet hoor!’ dat doe ik natuurlijk niet. Ik ben een perfectionist en let’s face it, dit is de ultieme manier om mezelf uit te dagen. Ik die nog geen tien seconden kan rennen zonder aan het zuurstof te moeten, die in september 6,4 km gaat hardlopen voor het goede doel. Mán! Als ik dát kan, kan ik écht alles! Dus ergens de komende weken moet ik hardloopschoenen gaan regelen (want zoiets heb ik natuurlijk echt niet per ongeluk in de kast liggen) en dan ga ik begin mei van start. We zullen zien wat dit nu weer gaat brengen.

Als je dan nu weer uitgelachen bent, meld je dan even bij me aan als sponsor. Ik kan de motivatie goed gebruiken en ik loop uiteindelijk voor het goede doel. Jíj een goed gevoel vanwege bijdragen aan een goed doel, goede doel geld erbij en ik een strak lijf en enorm veel plezier in hardlopen. Lijkt me een win-win-situatie. Aanmelden dus! Doen! No guts no glory, uiteindelijk.