Begin februari vertrok ik naar Rome om een weekje lekker bij te komen, maar in mijn achterhoofd zat dat hele mastergedoe me niet lekker. Er waren gewoon te veel berichten, die elkaar te veel tegenspraken en van de informatie die de OU mondjesmaat verstrekte werd ik ook niet veel wijzer. Gelukkig was daar de mentor, die me (op zondag!) mailde dat hij ook niet precies wist hoe alles in elkaar stak, maar dat hij dat voor me ging uitzoeken. Ha! Er was in ieder geval een insider voor me aan het werk en ik kon me concentreren op mijn eerste keer vliegen.
Nog maar net aangekomen op mijn hotelkamer kreeg ik weer een mailtje van mijn mentor. Hij had gesproken met de mentor van de masters (over wie het gerucht ging dat zij iedereen uit de oude en in de nieuwe (begeleide) master wil hebben) en de wijzigingen leken voor mij mee te vallen. Volgens het audiofragment in zijn mailtje, hoefde ik me in ieder geval geen zorgen te maken.
Hij stelde voor dat we even telefonisch contact zouden hebben om wat details door te nemen, en een week later – weer terug op mijn studeerkamertje – hoorde ik dat er in mijn planning wel wat kleine gummibeertjes op de weg liepen, maar dat er geen reden was om te panieken, een planning om te gooien of toch uit pure ellende een bestuursrechtelijk afstudeertraject te kiezen. Voor de vakken die niet helemaal soepel meer in mijn planning pasten, stuurde hij me door naar de examinator van die vakken en voor overige vragen mocht ik ook contact opnemen met de masters-mentor.
Hij had nog niet opgehangen, of ik hing aan de telefoon met de examinator van de strafrechtelijke vakken die ik op mijn verlanglijst heb staan. Deze man wist me te vertellen dat er inderdaad aan die vakken gesleuteld wordt, maar hoe dat wel of niet past in mijn planning… Daarvoor stuurde hij me door naar de masters-mentor.
En dus moest ik er toch aan geloven. De masters-mentor. Ik haalde diep adem, deed wat rek- en strekoefeningen en herhaalde een paar keer voor mezelf (op z’n Chandlers van Friends, die zijn sportschoolabonnement wil opzeggen): ‘Ik laat me niet in de master begeleid lullen. Ik laat me niet in de master begeleid lullen.’ En ik belde.
De masters-mentor vertelde dat ze mij helemaal niet in de master begeleid wilde hebben. Omboeken van oude stijl-studenten naar de nieuwe master is veel te veel werk, dus het is voor iedereen prettiger als de oude stijl-studenten de master ook in de oude stijl afmaken. Maar omdat er niet te lang twee masterprogramma’s naast elkaar kunnen bestaan, moeten die oude stijl-studenten wel klaar zijn met de master voor 1 september 2017. Ik mik nog steeds op de zomer van 2016, dus deze deadline moet te halen zijn. Dat was alvast de eerste geruststelling.
Er zijn wel veranderingen op komst voor een aantal vakken die op mijn lijst staan, maar dat hoeft op zich geen probleem te zijn. Alleen bestaat de kans dat ik de volgorde iets moet aanpassen, maar het was eigenlijk nog te vroeg om daar iets over te zeggen. We spraken dus af dat ik gewoon zou afmaken wat ik hier nog op de plank heb liggen en dat ik haar half juni weer opbel, zodat we samen een planning kunnen maken voor studiejaar 2015/2016. In de oude stijl, op de manier die ik al acht jaar gewend ben van de OU. Zonder verplichte bijeenkomsten, werkgroepen en deadlines tussendoor.
Ik kan niet ontkennen dat die paar vakken die veranderen me soms toch even lastigvallen met ‘wat als’, maar ik weet dat juni vroeg genoeg is om me daar druk over te maken. Het lijkt erop dat het dus toch een storm in een glas water was, eind januari. Maar wat kan dat water zwaar op je maag liggen!
0 Comments