Waar ik vanaf het begin van het jaar lekker wilde gaan knallen, besloot mijn lijf vooral lekker te gaan kuchen. Mijn nieuwe jaar begon dus op 1 februari.

Waar ik vanaf het begin van het jaar lekker wilde gaan knallen, besloot mijn lijf vooral lekker te gaan kuchen. Mijn nieuwe jaar begon dus op 1 februari.
Dat 2020 was toch een eh, ja, bijzonder jaar wel. Januari, februari, knipper met je ogen, kerst voorbij. Zo ongeveer.
Ik weet zeker dat ik de coronaquarantaine – naast gek en veel tijd met de jongens – de rest van m’n leven zal associëren met LaBlast.
Al toen ik zelf nog op school zat, was een kwartier voordat de school begon een leerkracht aanwezig op het plein: pleinwacht. Ik weet dus niet beter en vind het doodnormaal.
Wie mij een beetje kent, weet dat ik een zwak heb voor de Efteling. Eigenlijk is dat zelfs nog wel zwak uitgedrukt; ik ben gewoon gek op dat pretpark.
Ieder jaar probeer ik mee te doen aan NaNoWriMo: in één maand een roman van 50.000 woorden schrijven. En ieder jaar leer ik weer nieuwe dingen over mezelf.
Hoe kan de zomer nu alweer voorbij zijn?! Hoe is het ineens september, jongens?! Dit kán toch helemaal niet?!
BodyBalance en ik was geen ‘match made in heaven’. Er was ook geen sprake van liefde op het eerste gezicht. Dus hoe kwam ik dan in vredesnaam op dit idee?!
Ik opende de jacht op nieuwe woonruimte en dat is duidelijk de rode draad van deze week. Op maandag en dinsdag voelde ik me ook niet helemaal top, excuus dus voor een minder smakelijk geluidje hier en daar. Maar goed, dat hoort erbij als je snipverkouden bent.
Hoe kom ik ineens aan een kind van 11 jongens?!?! Hij lijkt wel op me, kleine Applefan die z’n verjaardagsgeld -ehm- investeert. Haha! Zelf kreeg ik er een koutje voor terug. Hij’s fijn.
Deze week vloog zó snel voorbij, dat ik pas op woensdagavond begon met vloggen. Zaterdag en zondag waren ook stampensvol met het afscheid van het studiecentrum van de OU in Den Haag, een rechtshistorische wandeling en de open dag van de hulpdiensten. Topweekje!
Zelfs de halve niet meer,” riep ik dan terug, “want nu weet ik wat voor pesteind het is!” Vooruit, misschien toch nog een keertje de halve, maar een hele marathon: NEVER NOOIT NIET!